Feesten in alle maten en vormen

Het mag intussen duidelijk zijn dat feesten zeker een aantal eigenschappen delen. Tegelijk springen ook een heleboel verschillen in het oog. Om daar meer zicht op te krijgen, worden feesten weleens in categorieën ingedeeld. Dat kan op diverse manieren. 

Zo kunnen bijvoorbeeld categorieën gemaakt worden op basis van het thema van feesten. Een feest kan bijvoorbeeld rond een historisch thema opgebouwd zijn, zoals een praalstoet. Tijdens molen-, hoeve- en begijnhoffeesten staan gebouwen en monumenten centraal, terwijl het in processies en ommegangen om de verering van een heilige gaat. Er zijn ook tal van vieringen waar economische, volksculturele of promotionele aspecten het centrale gegeven zijn. Uiteraard zijn dit slechts enkele voorbeelden en kunnen er in de praktijk nog tientallen andere thema’s aangeduid worden. 

Een feestindeling kan ook gebaseerd zijn op het moment waarop het feest gevierd wordt. Een grote groep feesten kan dan onder de noemer kalenderfeesten en vieringen van gedenkdagen gegroepeerd worden. Daarmee worden dan alle feesten bedoeld die op telkens op een bepaalde datum vallen, zoals Valentijn, Feest van de Arbeid of een verjaardag. Een groot aantal feesten binnen deze groep is gerelateerd aan een levensbeschouwing. Een tweede verzameling feesten hangt samen met wat de ‘rites de passage’ genoemd worden. Met die term worden de grote momenten in iemands leven aangegeven. Het gaat dus om geboorte, initiatie, huwelijk en dood. Zulke overgangsmomenten zijn in alle culturen gekend en worden steeds uitgebreid gevierd. Een derde categorie wordt dan weer gevormd door feesten naar aanleiding van een uitzonderlijke gebeurtenis, zoals het sluiten van een verdrag of een blijde intrede. 

Net zoals het tijdstip van het feest, kan ook het ruimtelijke aspect bestudeerd worden. Of een feest binnen of buiten gevierd wordt, kan bijvoorbeeld bepalend zijn voor het verloop ervan. Het onderscheid tussen stad en platteland kan eveneens een rol spelen. Verder doet ook de ruimtelijke verspreiding van het feest ertoe: feesten zoals Moederdag zijn bijvoorbeeld in heel Vlaanderen gekend, terwijl andere vieringen juist specifiek aan een bepaalde gemeente of regio gelinkt zijn. 

Ook de toegankelijkheid van feesten kan als uitgangspunt worden genomen. Aan een publiek feest, zoals carnaval of een wijkfeest, kan en mag iedereen die dat wil, deelnemen. Private feesten worden dan weer in kleinere groep gevierd en zijn enkel voor de feestorganisator(en) en genodigden bedoeld. Het onderscheid tussen beide soorten feesten kan niet altijd even strikt gemaakt worden. Een begrafenisplechtigheid in een kerk kan bijvoorbeeld worden bijgewoond door iedereen die de overledene gekend heeft; aan de rouwmaaltijd achteraf nemen dan weer uitsluitend familieleden en vrienden deel. 

Verder kunnen ook de ideologie die achter een feest zit, de sociale component, de bedoeling van een viering, en nog tal van andere criteria gebruikt worden om een classificatie uit te werken. Natuurlijk gaat het bij een feest nooit om één kenmerk: een viering krijgt juist haar eigenheid door de manier waarop verschillende aspecten met elkaar gecombineerd worden. In de praktijk zijn er dus niet alleen binnen de verschillende categorieën overlappingen, maar ook tussen de verschillende feestindelingen onderling. 

Publieke feesten

Binnen deze grote rijkdom aan feesten, vormen de publieke feesten een bijzondere subcategorie omdat de mensen die erbij betrokken zijn totaal verschillende rollen op zich kunnen nemen. Het is die rol die bepaalt wat iemand van het feest verwacht en in welke mate hij of zij er zich mee verbonden voelt. 

Een deel van de betrokkenen gaat al aan de slag lang voor het eigenlijke feest plaatsheeft. De voorbereiding van een publiek feest vraagt namelijk heel wat werk. In de eerste plaats is er dus een organisator of organiserend comité nodig. Het initiatief kan bijvoorbeeld een wijkcomité of een sportvereniging liggen, maar het kan evengoed de geestelijke of de wereldlijke overheid zijn die voor de organisatie instaat. We weten intussen dat opdelingen nooit helemaal opgaan, en ook wat het uitwerken van een viering betreft is dat het geval. In veel gevallen slaan namelijk verschillende partijen de handen in elkaar om een feest voor te bereiden. In ieder geval is het deze groep mensen die bepaalt hoe het feest vorm zal krijgen en op welke manier. 

De ideeën van de organisatoren worden vervolgens door een groep participanten omgezet naar de praktijk. Zij voeren het voorbereidende werk uit en daardoor zijn zij onmisbaar om alles tot een goed einde te brengen. Omdat participanten de meest uiteenlopende achtergronden kunnen hebben en elk een eigen taak krijgen, kan de mate waarin zij bij een viering betrokken zijn, wel eens verschillen. Wat ze wel allemaal gemeen hebben, is dat ze de doelstellingen van de organisatoren kennen en er ook achter staan. 

De derde groep van betrokkenen wordt gevormd door de consumenten. Voor hen is de viering bedoeld. Het hangt dan ook van hun reactie af of een feest later nog wordt herhaald. Hoe enthousiast de consumenten over een feest zijn, hangt natuurlijk af van de mate waarin het aan hun verwachtingen voldoet. Veel consumenten hebben een directe band met het feest, omdat ze in de gemeente of wijk wonen waar het gevierd wordt. Ook de media en toeristen worden tot de consumenten gerekend. 

De gedragenheid door verschillende groepen betrokkenen is niet het enige dat publieke feesten in openlucht kenmerkt: ook de band met een specifieke ruimtelijke setting is opmerkelijk. Veel van deze vieringen hebben immers telkens op dezelfde locatie plaats, die daardoor in de loop van de tijd mee het karaker van het feest is gaan bepalen. Net omwille van het feit dat het op een bepaalde plek georganiseerd wordt, maakt van een feestgebeuren iets unieks, dat niet zomaar naar een andere locatie of gemeente overgeplaatst kan worden.