‘Dus meer baete dan schuld.’ Historische vermogensverhoudingen en de sociale last van erfrecht en erfbelasting

‘Hij heeft, vol ijver, lang gezwoegd,
en trouw zijn levensveld beploegd.
Maar, ‘t noodlot wil, dat hij, die zaait
niet steeds de rijpe vruchten maait.’

Deze woorden richtte de Gentse schrijfster Virginie Loveling in het voorjaar van 1901 aan haar overleden schoonbroer Louis Buysse. Dit deel van een langer gedicht verscheen op diens rouwprentje, bedeeld door de familie na de begrafenis op 3 april, en verraadt enkele onvoltooide ambities. Louis Buysse was dan misschien niet plots gestorven, toch bleef hij tot zijn levenseinde investeren in het bloeiende familiebedrijf, de cichoreifabriek ‘L. Buysse-Loveling’ in het Oost-Vlaamse Nevele, en had hij nog enkele toekomstige verwezenlijkingen op het oog. Het was nu aan de nazaten om de ambities van de overleden nijveraar verder te zetten. Op de eerste herfstdag van dat jaar – nog binnen de wettelijke indientermijn van de aangifte van nalatenschap – verschenen de erfgenamen voor de registratieontvanger van Deinze. Het drietal dat de boedelinventaris aan deze belastingambtenaar voorlegde, bestond uit de befaamde kinderen van Louis: fabrikant en romanschrijver Cyriel Buysse, advocaat en toekomstig volksvertegenwoordiger Arthur Buysse, en zakenvrouw en de latere politiek geëngageerde Alice Buysse. Zij meenden elk recht te hebben op een derde van hun vaders vermogen. Hun handgeschreven erfenisaangifte bevatte echter verschillende fouten en de registratieambtenaar had heel wat werk om overtollige documentatie te schrappen, kadasterinformatie na te zien en gemaakte schattingen te controleren. Daarop betaalden de kinderen hun deel in de belasting. Maar de rekeningen klopten niet, de registratieontvanger hield contact met de familie en begin december dienden de erfgenamen een tweede, aanvullende aangifte in. Na het definitief vereffenen van de belasting – waaronder een boete van 1,5 percent op de totale successierechten wegens de laattijdige kennisgeving – waren de fiscale en registratieverplichtingen vervuld. Zowel in historisch als in eigentijds perspectief blijkt deze administratieve rompslomp klein bier in vergelijking met de geringe te betalen erfbelasting. Hierna was het aan de volgende generatie – om het met de woorden van hun tante te zeggen – om vaders rijpe vruchten te maaien, en opnieuw te gaan zaaien.

Download pdf