Grensstudies in de Zwinstreek. De studie en ontsluiting van een historisch grensland

Grenzen zijn vaak moeilijk te omschrijven. Meestal wordt gewezen op de lijnen en gekleurde vlakken die op vele kaarten staan, maar bij nader inzien geeft dit al snel een zeer beperkte voorstelling. In de inleiding van Understanding Life in the Borderlands: Boundaries in Depth and Motion (2010) probeerde politicoloog William Zartman dan ook de essentie van grenzen te vatten: ‘Grenzen lopen over land maar door mensen. Op kaarten doen ze zich voor als dunne eendimensionale lijnen, maar in de praktijk hebben ze vele dimensies’. Op zich hoeft dit geen verrassende conclusie te zijn; vele fenomenen en structuren zijn complexer dan vaak wordt aangenomen. Niettemin is het citaat van Zartman meer dan een gemeenplaats. Grenzen zijn de laatste jaren steeds belangrijker geworden in het wetenschappelijk onderzoek, waardoor de complexiteit van het begrip sterk is toegenomen. Vandaag de dag bestuderen historici diverse soorten scheidingen, zoals onder meer staatsgrenzen, tolbarrières of zelfs de grenzen van identiteiten.  Voor wie met grenzen aan de slag wil, schept deze diversiteit echter de nodige moeilijkheden. Daarom probeert dit artikel de eerste stap van een historische grensstudie te vergemakkelijken, en dan in de eerste plaats voor wie geïnteresseerd is in de vroegmoderne periode. Concreet wordt dit uitgewerkt aan de hand van de Zwinstreek, die als vroegmodern én hedendaags grensland de aandacht heeft getrokken van zowel wetenschappers
als overheden.

Deze dubbele aandacht maakt het mogelijk om de theoretische noties uit het wetenschappelijke onderzoek tegenover de concrete aanpak van de betrokken besturen te plaatsen. Na een korte beschrijving van het zestiende- en zeventiende-eeuwse Zwingebied in het eerste deel van de tekst, bespreekt Bram De Ridder (KU Leuven – FWO-Vlaanderen) de concepten die gebruikt worden in de hedendaagse grensstudies en hoe deze van toepassing zijn op de analyse van het Zwin. Vervolgens stelt Tom Vermeersch (Provincie West-Vlaanderen) het Interreg IV-A project ‘Forten en Linies in Grensbreed Perspectief’ voor. Een doelstelling van dit project was namelijk de Zwinstreek als grensregio te herwaarderen door de daar aanwezige vroegmoderne fortengordels te inventariseren en voor het publiek toegankelijk te maken. Deze militaire versterkingen werden gebouwd tijdens en na de Tachtigjarige Oorlog tussen de Habsburgse Nederlanden en de Republiek der Verenigde Nederlanden en bepaalden in de zeventiende en achttiende eeuw de ‘frontieren’ waarrond de grens vorm kreeg. De bespreking van de omgang met deze bouwwerken zal meteen de functies verklaren die ze, zowel toen als nu, in het grenslandschap vervulden en vervullen. Een dergelijke aanpak laat toe om de wetenschappelijke tendensen te vergelijken met de huidige omgang met grenserfgoed en de raakvlakken en verschilpunten tussen beide werelden aan te tonen. Voor wie geïnteresseerd is in een dergelijk grensgebied maakt dit het mogelijk om de sterke punten van beide methodes te verenigen in het eigen werk.

Download pdf