Helden en erfgoed. Een geslaagd huwelijk?

De organisatie van de Erfgoeddag op 22 april is voor de redactie van Tijd-Schrift het ideale moment om een themanummer uit te geven met als titel ‘Helden en Erfgoed’. Helden en geschiedenis: het lijkt immers een perfect huwelijk. De helden springen als het ware uit de geschiedenisboeken en naslagwerken – vooral diegenen die gebruikt worden in het onderwijs. Veel van de helden die hierin figureren zijn krachtige personages: ze geven in hun eentje de geschiedenis een draai en doen door hun heldhaftig optreden oorlogen in een beslissende plooi vallen. Vaak hebben ze een plaats verworven in het collectieve geheugen. Populariserende historische uitgaven hebben daarbij meer dan één handje geholpen. Velen zullen bijvoorbeeld met weemoed terugdenken aan de schitterende uitgave van de reeks ’s Lands Glorie, uitgegeven door Artis Historia tussen 1949 en 1961. In deze reeks groene kleefboeken werden tal van ‘Belgische’ helden ten tonele gevoerd. De afbeeldingen van deze helden – vaak bijna onherkenbaar onder het bloed van de vijand – staan velen nog voor de geest.

Door de overvloed aan helden in de ‘vaderlandsche geschiedenis’, leek het voor de redactie een koud kunstje om een themanummer van Tijd-Schrift te vullen waarin de link tussen helden en erfgoed uitgediept wordt. Het zijn de auteurs van de bijdragen zelf die – ongewild – de vinger op de wonde hebben gelegd. Slechts één auteur staat expliciet stil bij de betekenis van het begrip of concept ‘held’. Volgens Ward Segers is een held ‘een persoon die zichzelf opoffert voor de grotere zaak en die door het leveren van een (uitzonderlijke) prestatie een voorbeeld vormt voor de rest’. Twee begrippen dienen hier kritisch benaderd te worden. Ten eerste is de omschrijving van het begrip ‘grotere zaak’ vaak problematisch. De vraag kan immers gesteld worden of bijvoorbeeld de voetballers of roeiers die Segers in zijn artikel over sporterfgoed in de Limburgse mijnstreek ten tonele voert, wel door iedereen als helden of als voorbeelden beschouwd worden. Ten tweede kunnen we ons afvragen of iemand die behoorlijk tegen een balletje kan trappen een grotere zaak dient en zo ja, wat deze grotere zaak dan precies inhoudt?

 

Download pdf