Kloosterdagboeken. De genealiteit van het alledaagse

De tientallen kloosterdagboeken die het Erfgoedhuis l Zusters van Liefde vandaag bewaart, staan vol met dergelijke anekdotische berichten. Volgens ons zijn ze juist door hun alledaagsheid een unieke bron voor zowel lokale geschiedenis als breder historisch onderzoek. Het maakt hen bovendien tot een troef voor publiekswerking.

De Zusters van Liefde van Jezus & Maria – een hele mond vol – werden in 1803 opgericht in het landelijke Lovendegem door pastoor Petrus Jozef Triest (1760-1836). Op vraag van het Gentse stadsbestuur trok de jonge stichting in 1805 naar Gent om in het leegstaande Cisterciënzerklooster in de Molenaarsstraat een hospice voor ongeneeslijk zieken op te starten. Vanuit hun Gentse moederklooster groeide de congregatie uit tot één van de grootste vrouwelijke religieuze instellingen van het land. Ze ontplooide een waaier aan activiteiten in de zieken- en ouderenzorg, de psychiatrie, het gewoon en buitengewoon onderwijs in België, Nederland, Engeland en Ierland. In 1892 vertrokken ze als eerste vrouwelijke missionarissen naar Congo. Later volgden India, Pakistan, Sri Lanka, Rwanda en Mali.

Elke nieuwe kloostervestiging van de Zusters van Liefde JM was verplicht om een kloosterdagboek of -memoriaal bij te houden. Dit stond al in hun oudste kloosterregel uit 1816: ‘Om het niet uit het geheugen te verliezen […] zullen [de oversten] in het bezit zijn van […] een memoriaal waarin de voornaamste gebeurtenissen zullen vermeld worden: oprichten van gebouwen, jubileums van Zusters, enz.

Download pdf