Oud geld, nieuw verhaal

Het voorliggende nummer van Tijd-Schrift is integraal gewijd aan “geld” in de ruimste betekenis van het woord en we hopen dat het zowel muntverzamelaars als heemkundigen zal aanspreken. Velen onder ons zijn immers bezig met het verzamelen en bestuderen van munten en penningen of worden tijdens ons onderzoek geconfronteerd met verschillende munteenheden en prijsaanduidingen waarvan we ons afvragen wat het nu allemaal betekende en hoe groot die bedragen voor de tijdgenoten waren.

Wat “geld” betreft, vindt de lokaal-erfgoedpraktijk vooral aansluiting bij de numismatiek of de muntkunde: het verzamelen, wetenschappelijk bestuderen en bewaren van munten en bankbiljetten, en bij uitbreiding ook van penningen, die qua uiterlijke vorm goed op geld gelijken, maar veeleer een herdenkingsfunctie dan een betaalfunctie hebben. Daarnaast houdt de numismatiek zich bezig met alle aan muntslag gerelateerde voorwerpen en thema’s: muntgewichtjes, muntstempels, drukpersen en druktechnieken, monetaire regelgeving, valsmunterij, noodgeld, enzovoort. Het verzamelen van munten kan starten met een collectie die alle Europese versies van de verschillende euromunten bevat en zich vervolgens uitbreiden tot de nationale munten die aan de euro zijn voorafgegaan. Sommigen bouwen dan weer een collectie oude muntstukken uit omwille van de beleggingswaarde en/of de historisch-wetenschappelijke waarde.

Naast verzamelobjecten zijn munten natuurlijk ook uitstekende bronnen die heel wat te vertellen hebben. Zowel muntcollecties als de vele “muntvondsten” en “muntschatten” die toevallige vinders, schattenjagers of archeologen aantreffen, bieden immers boeiende informatie over ruim tweeduizend jaar muntgeschiedenis in onze gewesten. Ze documenteren interregionale en internationale handelscontacten, militaire bezettingen en politieke overheersingen, maar tonen net zo goed de lokale en regionale eigenheid in het gebruik van geld en de menselijke creativiteit wanneer onvoldoende geld beschikbaar was.

Download pdf