DNA-onderzoek neemt meer koekoekskinderen waar bij arme stedelingen na de Industriële Revolutie

Per generatie is er altijd wel een percentage ‘koekoekskinderen’ die een andere biologische vader blijken te hebben dan verondersteld. Dat cijfer ligt voor de laatste honderden jaren wereldwijd rond 1 à 2 procent per generatie. Maar uit nieuw onderzoek in Vlaanderen en Nederland komt nu naar voren dat de koekoeksgraad in de late negentiende eeuw bij de laagste sociale klasse in de stad heel wat hoger lag.

Om de koekoeksgraad te onderzoeken wordt al jaren beroep gedaan op liefhebbers van stamboomonderzoek. ‘We verzamelen het DNA van mannen die een voorouder in de mannelijke lijn delen en die te traceren valt met archiefonderzoek. Uit dat DNA halen we het profiel van het Y-chromosoom, een stukje DNA dat van vader op zoon wordt doorgegeven – net als de familienaam. Als twee mannen volgens hun stamboom een voorouder in de vaderlijke lijn delen, dan zie je dat bevestigd in hun Y-profiel. Anders klopt de juridische stamboom niet met de biologische. Maar als de stamboom correct blijkt, is er dus sprake van een biologisch onecht kind dat binnen het huwelijk wel juridisch erkend is’, legt evolutionair geneticus Maarten Larmuseau van de KU Leuven en Histories vzw uit.

Uit voorgaand onderzoek blijkt dat vaders vrij gerust kunnen zijn: uit studies in Vlaanderen, Nederland, Italië, Spanje, Mali en Zuid-Afrika blijkt dat de koekoeksgraad gedurende de laatste honderden jaren altijd tussen 1 à 2 procent ligt. ‘Het cijfer schommelt weinig in de tijd – we gaan terug tot 1600 – en geldt internationaal in de Westerse wereld. Factoren zoals religie of gebruik van anticonceptie blijken weinig verschil te maken. Maar er bleven wel open vragen’, vervolgt Larmuseau. ‘Op schilderijen uit de zeventiende eeuw wordt vaak de draak gestoken met de onwetende, meestal veel oudere echtgenoot die niet doorheeft dat zijn vrouw hem bedriegt en zijn kind dus niet echt zijn kind is. Dat bracht ons op de vraag of het leeftijdsverschil bij koppels een rol speelt. En: komen koekoekskinderen in bepaalde milieus meer voor? Het globale gemiddelde ligt op één à twee procent, maar je vindt wellicht verschillen als je inzoomt.’ Leeftijdsverschil De onderzoekers deden een oproep onder mannelijke genealogen in Vlaanderen en Nederland die volgens de aktes van de burgerlijke stand en het kerkelijk register familie zijn van elkaar. ‘We hebben uiteindelijk van meer dan 500 enthousiaste duo’s hun stamboom en DNA gekregen. De aktes geven ons informatie over het leeftijdsverschil bij het koppel, woonplaats (stad versus platteland) en sociale klasse (landbouwers, lagere sociale klasse, ambachtslieden of gegoede klasse) over een tijdsperiode van honderden jaren.’ Als die gegevens gekoppeld worden aan de genetische informatie, blijkt de klassieke persiflage van de oudere, bedrogen echtgenoot alvast niet bevestigd te worden. ‘Het leeftijdsverschil maakt niet uit – ook niet specifiek in de zeventiende eeuw, al was het toen een geliefd onderwerp voor schilderijen.’

Verrassend genoeg vonden de onderzoekers dat de periode van 1850 tot 1900 – de tweede Industriële Revolutie – eruit springt. ‘Bij de boeren lag de koekoeksgraad op slechts 0,5 procent, maar bij de laagste sociale klasse in de grootsteden kon dit oplopen tot 6 procent. Let wel, wij vinden alleen een verschil tussen de biologische en de juridische stamboom. We kunnen die mensen helaas niet meer interviewen. Een verklaring voor dat hoge cijfer bij de arme stedelingen kan dus gaan van een affaire tot verkrachting of prostitutie. Er is meer interdisciplinair onderzoek nodig om dat te achterhalen. Maar het staat buiten kijf dat de sociale context – een tijd van hongersnood, cholera-epidemieën, sociale onrust – een zware impact had op het voorkomen van koekoekskinderen.’

De deelnemende genealogen-duo’s werden ook op de hoogte gesteld over de biologische ‘juistheid’ van hun stamboom. ‘Dit project is een mooi voorbeeld van citizen science, wetenschap waaraan burgers bijdragen. Zonder al die stambomen zou dit onderzoek nooit mogelijk geweest zijn. Ik vind het dan ook niet meer dan logisch dat al die mensen feedback krijgen over hun stamboom, ook al was het resultaat in een aantal gevallen onverwacht.’

Contactpersoon: Dr. Maarten Larmuseau, KU Leuven en Histories vzw, gsm: 0494.39.72.97, e-mail: maarten.larmuseau@bio.kuleuven.be, Twitter: @MHDLarmuseau

Meer info: De studie ‘A historical-genetic reconstruction of human extra-pair paternity’ door Maarten H.D. Larmuseau, Pieter van den Berg, Sofie Claerhout, Francesc Calafell, Alessio Boattini, Leen Gruyters, Michiel Vandenbosch, Kelly Nivelle, Ronny Decorte, Tom Wenseleers verscheen in de journal Current Biology en is op te vragen bij de auteurs.

Dit onderzoeksproject werd gefinancierd door het Bijzonder Onderzoeksfonds van de KU Leuven en het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen.