‘Eigenlijk is mijn droom wel een beetje uitgekomen’

Het afgelopen jaar is Histories op zoek gegaan naar erfgoedorganisaties die mensen in een maatschappelijk kwetsbare positie kansen bieden door ze te betrekken bij hun vrijwilligerswerking. We stellen jullie graag voor aan verschillende inspirerende erfgoedorganisaties, waarbij we jullie hopen te inspireren, informeren en vooral enthousiasmeren voor een inclusieve vrijwilligerswerking.

Een goed voorbeeld is Familiekunde Vlaanderen Regio Oostende, waar vrijwilligers met autisme een belangrijke rol vervulden.

  • In één jaar tijd voerden vier vrijwilligers met autisme 100.000 namen in.
  • Ook voor IT werkt de organisatie samen met een vrijwilliger die niet terechtkan in het reguliere arbeidscircuit.
  • Hier stopte het project toen het werkatelier een vergoeding vroeg voor het werkmateriaal.

Bernard Legrand is voorzitter van de het documentatiecentrum Familiekunde Vlaanderen Regio Oostende. De vrijwilligers maken genealogische informatie online toegankelijk.

Bernard Legrand droomde er al lang van om veel indexen uit de meer dan 15.000 boeken van de rijke bibliotheek te verwerken in een databank. In theorie niet zo moeilijk, maar in de praktijk een behoorlijk intensief karwei.

Bernard is al een paar jaar op pensioen. ‘Ik werkte in een secundaire school voor personen met een beperking: doven, blinden en mensen met autisme. Vooral voor die laatste groep zochten we oefeningen voor het gebruik van Access op school. In het begin waren die nogal repetitief. En ik dacht: dat kunnen die goed, zo’n index ingeven.’ Later kwam Bernard in contact met een werkproject voor volwassenen met autisme. Ze zochten er werk dat die mensen in hun tempo kunnen doen in een aangepaste setting. Bij personen met een mentale beperking gaat het vaak om seriewerkjes zoals plooiwerk. Mensen met autisme zijn even verstandig als andere mensen, maar door hun autisme kunnen ze vaak niet terecht in een gewoon arbeidsmilieu. Het begeleidingscentrum was blij met het computerwerk voor de erfgoedvereniging.’

100.000 namen foutloos ingevoerd

Bernard kopieerde indexen uit de boeken in het documentatiecentrum. Hij bracht die zelf naar de werkplaats, telkens als de vorige indexen klaar waren. Een viertal vrijwilligers voerde uiteindelijk in één jaar 100.000 namen in. ‘Er stond geen enkele fout in, dat was heel correct getypt, ik moest dat zelfs niet meer controleren.’ Momenteel staan er ongeveer 2.700.000 familienamen in de digitale databank. ‘Dus eigenlijk is die droom wel wat uitgekomen, voor een stuk dankzij dat projectje.’ Na enkele jaren stopte de samenwerking. Het werkatelier vroeg een vergoeding voor het werkmateriaal, maar het documentatiecentrum had daar het geld niet voor. Toch hoopt Bernard opnieuw zo’n samenwerking op te starten. ‘Ik droom er bijvoorbeeld ook van om onze 500.000 rouwbrieven nog te digitaliseren. Is een of ander project niet subsidieerbaar door de Vlaamse overheid?’

 

"Eigenlijk is die droom wel wat uitgekomen, voor een stuk dankzij dat projectje.

Modus vivendi

In het documentatiecentrum zelf krijgen ze versterking van een jonge vrijwilliger, die niet terechtkan in het reguliere arbeidscircuit. Hij kwam eigenlijk voor een stage, maar bleef als vrijwilliger met een vrijwilligersvergoeding. ‘Die vrijwilliger is enorm onderlegd in IT. Hij voorziet onze twaalf pc’s van de nodige software en onderhoud. Hij installeerde bijvoorbeeld de virtuele server en hij brengt verbeteringen aan voor de website en de databank. Elke keer als hij iets uitvoert, brengt hij verslag uit via mail en op eigen initiatief geeft hij regelmatig verbetersuggesties. Die samenwerking loopt goed. Het is belangrijk dat alleen vaste personen opdrachten aanbieden. Hij voelt zich dan ook goed bij ons. Het is een win-winsituatie: ons documentatiecentrum kan de evolutie in de IT-wereld volgen en onze vrijwilliger heeft niet alleen een zinvolle daginvulling, hij kan zich ook volwaardig in zijn eigen tempo verder ontwikkelen en vervolmaken in de IT ten voordele van de maatschappij.’ Bernard vond dus een modus vivendi om in de beste omstandigheden samen te werken: ‘Dat is dan misschien het voordeel van mijn professionele achtergrond, dat ik een beetje weet hoe dat ik ermee moet omgaan. Ik denk dat we altijd rekening moeten houden met het soort beperking. Dat is trouwens tegenwoordig de evolutie in de begeleidingscentra voor volwassenen met werkprojecten. Die zoeken naar zinvol en aangepast werk voor de mogelijkheden van de personen met hun beperking. Het is dus ook belangrijk als je individuele personen aanneemt met een beperking, dat je daar een zekere kennis over hebt.’

www.fv-oostende.be