Best kan je eerst bij elk object de minimale gegevens invullen. Een uitgebreide beschrijving is natuurlijk waardevol, maar mag niet leiden tot achterstand in de werking. Een uitgebreide beschrijving kan immers veel tijd kosten, zeker als sommige gegevens moeilijk te achterhalen zijn. Het werk schiet dan niet op en dat demotiveert.
Je kan objecten registreren op drie niveaus. Die niveaus beantwoorden aan internationaal erkende standaarden (= CIDOC-normen):
1. Minimale registratie
Bij de minimale registratie registreer je de elementaire gegevens over het voorwerp. Die gegevens kan je gebruiken voor juridische verantwoording, verzekeringsdoeleinden, beheer en beveiliging van de collectie. Bij minimale registratie vul je de volgende informatie in:
- instellingsnaam
- inventarisnummer
- objectnaam
- titel
- datum van verwerving
- methode van verwerving
- verwerving van wie
- standplaats
2. Basisregistratie
De velden van de minimale registratie en daarbij ook:
- afmetingen
- gebruikte materialen
- datering
3. Uitgebreide registratie
Bij een uitgebreide registratie beschrijf je het voorwerp in al zijn facetten. Een uitgebreide registratie kan meer dan 400 velden beslaan!
Leestip
Invulboek ‘Handleiding bij digitale object- en collectieregistratie’
In dit invulboek vind je tips en hulpmiddelen voor minimale, basis- en uitgebreide registratie. Je kan de handleiding gratis downloaden op www.museuminzicht.be.