Ga digitaal met je (erfgoed)verhaal!

Ga digitaal met je (erfgoed)verhaal! Van wetenschappelijke tekst tot interactieve applicatie

Bladwijzer 14: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen augustus 2015 14

We kunnen er onmogelijk aan ontsnappen dat onze maatschappij aan een snel tempo digitaliseert. Reeds meer dan de helft van de Vlamingen heeft een smartphone of een tablet. Hiermee liggen we nog ver onder het Europese gemiddelde (ongeveer 70 procent) maar het geeft toch aan dat de digitale informatiedragers steeds meer deel van ons dagelijks leven beginnen uitmaken. Stellen dat ook de erfgoedsector hieraan onderhevig is, is een open deur intrappen. De nieuwe technologieën en hun toepassingen worden dan wel vooral ingezet in de profit marketing, toch is het vooral de erfgoed- en toerismesector die het meeste gediend is met deze nieuwe technologieën. Ze zijn er bijna voor gemaakt. En dat is ook het geval voor wat betreft digital storytelling, of in andere woorden: het vertellen van verhalen aan de hand van de hedendaagse multimediale technieken en digitale kanalen.

Marketeers bijten soms de tanden stuk op het verzinnen en ensceneren van goede verhalen om hun producten op authentieke wijze te promoten. Erfgoed heeft dat probleem gelukkig niet. Ons erfgoed staat bol van grote en kleine verhalen. Dankzij digital storytelling kunnen we bezoekers de verhalen echt laten beleven in en rond onze musea, archiefinstellingen, monumenten, steden of regio’s. De stap naar digital storytelling is echter lang niet voor iedere erfgoedorganisatie evident. Erfgoedbeheerders zien dikwijls de enorme mogelijkheden en voordelen van digital storytelling, maar blijven toch vaak zitten met de vraag hoe ze eraan kunnen beginnen.

Met dit artikel willen we graag een eerste aanzet geven om te starten met digital storytelling. Het is de neerslag van de sessies ‘Ga digitaal met je erfgoedverhaal’ die dit voorjaar in alle Vlaamse provincies werden georganiseerd in het kader van de ‘Erfgoed in de Praktijk’, een laagdrempelige vormingsreeks die de deelnemers helpt bij de organisatie van hun activiteiten tijdens erfgoedevenementen als Erfgoeddag, Open Monumentendag en Open Kerken Weekend. De partners van ‘Erfgoed in de Praktijk’ zijn Familiekunde Vlaanderen, FARO, Heemkunde Vlaanderen, Herita en Stichting Open Kerken.

Hoe publiceer je rekenbladen of datasets met heemkundige informatie op Wikidata?

Hoe publiceer je rekenbladen of datasets met heemkundige informatie op Wikidata?

Bladwijzer 22: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen mei 2018 • 22

Wellicht bewaar je als heemkundige kring heel wat informatie over lokaal erfgoed in rekenbladen. Die rekenbladen zijn ook voor personen buiten je heemkundige kring interessant. In het vorige nummer van Bladwijzer werd uitgelegd hoe je een rekenblad makkelijk leesbaar kunt maken voor andere personen en computers. Je data aan derden beschikbaar stellen maakt het mogelijk dat je werk door een groter publiek gebruikt en gewaardeerd kan worden. Een goed begin is je rekenbladen op je eigen website downloadbaar te maken. In dit artikel leer je hoe je die informatie via Wikidata gemakkelijk kan delen en hoe anderen je informatie verder kunnen aanvullen.

Hoe schrijf ik een historisch verantwoord artikel?

Hoe schrijf ik een historisch verantwoord artikel? Tips voor een betere valorisatie van heemkundig onderzoek

Bladwijzer 3: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen december 2011 • 03

Jaarlijks worden honderden pagina’s onderzoek gepubliceerd in de vele tientallen heemkundige en historische tijdschriften die Vlaanderen rijk is. Deze vele bijdragen vormen de schriftelijke neerslag van vele uren onderzoek dat werd gevoerd in archieven, bibliotheken en documentatiecentra. Het hoeft geen verbazing te wekken dat de kwaliteit van deze artikelen sterk van auteur tot auteur kan verschillen. Deze kwaliteitsverschillen hebben meestal niets te maken met het onderzoek zelf. Het betreft hoofdzakelijk de manier waarop het onderzoek aan het lezerspubliek wordt voorgesteld. Deze bijdrage is een pleidooi om meer aandacht te schenken aan de voorbereiding en redactie van artikelen. Uiteindelijk komt een dergelijke aanpak zowel de auteur, het tijdschrift als de lezer ten goede. De kwaliteit van een artikel wordt immers niet alleen bepaald door het feit of de auteur de bronnen correct of verkeerd heeft geïnterpreteerd. Ook de opbouw en de structuur van een artikel is bepalend voor de kwaliteit.

Ik wil mijn eerste boek publiceren. Hoe ga ik te werk?

Ik wil mijn eerste boek publiceren. Hoe ga ik te werk?

Je hebt als nieuwe erfgoedvereniging een eerste historische publicatie uitgewerkt. Of je wil als particulier een publicatie uitgeven, bijvoorbeeld een historisch fotoboek van het bedrijf bij je om de hoek. Hoe ga je te werk om dit werk te publiceren zonder er je broek aan te scheuren? In deze bijdrage gaan we ervan uit dat het om een interessante en goed uitgewerkte publicatie gaat die bijvoorbeeld nagelezen en goed bevonden werd door een deskundige lezer.

Zoek een uitgever…

Probeer eerst eens of je geen instanties kan vinden die je boek voor jou willen uitgeven. We denken hier niet alleen aan uitgeverijen.

Als je er natuurlijk van overtuigd bent een heel professioneel en uitermate interessant boek te hebben geschreven dat door een groot publiek gekocht zal worden, moet je toch eens proberen je manuscript en boekvoorstel (informatie over opzet en inhoud, genre, vorm, doelgroep en belang) naar uitgeverijen te sturen die gelijkaardige werken publiceren. Via https://literairvertalen.org/kennisbank/uitgeverijen kan je een overzicht krijgen van de grote uitgeverijen in Vlaanderen, maar misschien is er ook een kleine uitgeverij in je buurt waarbij je meer kans maakt. Informeer je wel voldoende over het contract. Een modelcontract vind je via www.sabam.be. Voordeel is dat een uitgeverij heel wat taken op zich neemt (zoals redactie, vormgeving, promotie, verspreiding, …), nadeel is dat je niet over alles zelf kan beslissen en dat dit geluk maar een beperkt aantal auteurs ten dele valt.

Je hebt misschien meer kans bij een andere instantie. Dit kan bijvoorbeeld je gemeente zijn of het bedrijf dat het onderwerp is van je boek. En als je een particulier bent: de heemkundige kring of een andere erfgoedorganisatie in je gemeente of regio. Die instanties hebben vaak al ervaring met het publiceren en kunnen misschien het risico (en de kosten) op zich nemen.

… of geef het boek in eigen naam uit

Je kan het boek ook in eigen naam uitgeven, al dan niet met sponsoring en subsidies. Voor een éénmalige uitgave moet je geen handelsregister of BTW-nummer hebben. Je moet best wel een aantal voorzorgsmaatregelen nemen om het financiële risico te beperken. Als je werkt met een gewone uitgeverij of een veredelde kopiezaak werk je best met een voorintekenlijst. Je maakt dan promotie (vb. een foldertje, maar tegenwoordig zeker ook via je eigen website en sociale media) nog voor het eigenlijke drukken van je boek waarbij je de mogelijkheid vermeldt om het boek goedkoper te verkrijgen als er voor een bepaalde datum ingeschreven en betaald wordt. Voordeel van het uitgeven in eigen beheer is dat je alles zelf in de hand hebt. Maar dat is tegelijk ook een groot nadeel: je moet zelf oplossingen zoeken voor de opmaak en de redactie, beslissen over de oplage en bedenken hoe je je boek gaat verkopen.

Voor kleine oplages met een beperkt aantal pagina’s (vb. een brochure) kan je eventueel zelf aan de slag gaan met het tekstverwerkingsprogramma Word en het bij de betere kopiezaak laten afprinten. Je kan kiezen uit diverse soorten papier en hebt ook keuze uit een aantal manieren om je boekje of brochure te binden (vb. nieten of lijmen). Voor grotere oplages, een groter aantal pagina’s en een professioneler resultaat kan je beter werken met een digitale printservice. Je kunt meestal kiezen uit een aantal standaardformaten en papiersoorten, waarna je boeken worden geprint, gelijmd en voorzien van een omslag. Een digitale printservice drukt op digitale printers en gebruikt als bindtechniek verlijmen of ‘garenloos brocheren’. Je krijgt een goed resultaat, maar de uitgave van een grote uitgeverij zal mooier zijn. Bij drukkerijen heb je wel een grote keus in papiersoorten, omslagen en bindwijzen. Die kwaliteit en keuzemogelijkheden betaal je wel. Bovendien moet je meestal een minimum van 150 exemplaren afnemen, maar bij een gewone digitale printservice is dit vaak ook het geval.

Een andere mogelijkheid is te werken met printing on demand (POD) uitgeverijen. Dit is een uitgeefwijze waarbij van een boek pas een exemplaar wordt gedrukt op het moment dat het wordt besteld. Soms ben je verplicht om een minimum aantal exemplaren aan te kopen. Als je voor POD kiest, maak jij van je manuscript een boek, zonder inmenging van een uitgeverij. Meestal werken deze bedrijven online. Op de site kan je elk detail van je boek bepalen. Op de website kies je de lay-out, ontwerp je de cover en bereken je de kostprijs. Dit productieproces heeft veel voordelen. Er is geen voorraad, want het boek wordt pas gedrukt als er vraag naar is. Hierdoor vermijd je hoge investeringskosten. Je moet wel op een aantal zaken letten. Alle POD-uitgeverijen hebben een eigen werkwijze, prijsstructuur en voorwaarden. Naarmate je voor meer extraatjes kiest ben je ook meer geld kwijt. De boeken worden meestal digitaal geprint, niet gedrukt. Je zit dus ook vast aan een aantal standaardopties. Via de website van creatief schrijven vind je een overzicht van een aantal POD uitgeverijen.

Veel POD-uitgevers bieden aan om een ISBN aan te vragen. Het is echter niet verplicht om een ISBN aan te vragen voor een publicatie. Als je het boek geheel zelf zal verspreiden is het waarschijnlijk ook niet nodig. Het kan wel aangewezen zijn dit te doen als je het boek later ook via de boekhandel wil verspreiden. Via het nummer worden de bibliografische gegevens ook gemakkelijk opgenomen in databanken van bijvoorbeeld bibliotheken. Je kan het nummer ook zelf aanvragen via de websites: www.isbn.nl (voor als men werkelijk maar één publicatie gaat uitgeven) en www.boekenbank.be (voor als men in de toekomst eventueel ook nog een boek zou kunnen uitgeven).

Als je zelf een boek of brochure uitgeeft, moet je eraan denken binnen de 15 dagen volgend op de eerste verspreiding van het werk twee exemplaren te deponeren bij de Koninklijke Bibliotheek van België. Die verplichting geldt voor alle publicaties die in België worden uitgegeven, maar ook van de in het buitenland uitgegeven publicaties waarvan een auteur Belg is en in België gedomicilieerd is. Je kan de port door de bestemmeling laten betalen. Via de website http://kbr.be kan je het juiste adres en de nodige formulieren vinden (doorklikken naar wettelijk depot).

Je moet je POD-boek en eigenbeheeruitgave dan natuurlijk nog aan de man brengen. Veel POD-bedrijven hebben wel een eigen website waar het boek gekocht kan worden, maar niet veel potentiële lezers gaan uit zichzelf naar die website. Je zult zelf de promotie in handen moeten nemen. Je kan bijvoorbeeld aan plaatselijke boekhandelaars vragen of je een aantal boeken mag neerleggen in hun winkel. Je kan afspreken dit op commissiebasis te doen: pas als er verkocht wordt, moeten ze je betalen. Je kan ook een activiteit organiseren in de plaatselijke bibliotheek of hiervoor samenwerken met een culturele organisatie. Zorg ook dat je boek voorgesteld wordt op het net.

Bedenk dat er naast drukken ook andere manieren zijn om te publiceren. Je kan bijvoorbeeld je boek opsplitsen in artikels en bij tijdschriften aankloppen. Of je kan je werk ook op het web ter beschikking stellen.