Hoe betrek je vrijwilligers in maatschappelijk kwetsbare posities bij je erfgoedorganisatie?

Hoe betrek je vrijwilligers in maatschappelijk kwetsbare posities bij je erfgoedorganisatie?

Histories vond erfgoedorganisaties die mensen in een maatschappelijk kwetsbare positie kansen geven als vrijwilliger. In deze brochure presenteren we achttien best practices van erfgoedorganisaties in interviews met vrijwilligers en hun coördinatoren. We doen dat om te informeren, te inspireren en te enthousiasmeren. Eerst verduidelijken we een paar begrippen en geven we verschillende redenen waarom erfgoedorganisaties en vrijwilligers in maatschappelijk kwetsbare posities graag met elkaar in zee gaan. En tien concrete tips voor een inclusieve vrijwilligerswerking.

 

Stappenplan voor een succesvolle vrijwilligerswerking in je erfgoedorganisatie

Stappenplan voor een succesvolle vrijwilligerswerking in je erfgoedorganisatie

Vrijwilligers zijn levensbelangrijk voor de erfgoedsector. Vrijwilligersvereni- gingen, kleinere musea en archiefinstellingen draaien grotendeels of soms helemaal op de inzet van vrijwilligers. Maar ook bij vele erfgoedcellen en grotere erfgoedinstellingen zijn vrijwilligers onmisbaar. Hedendaagse vrijwilligers kiezen voor vrijwilligerswerk dat best past bij de eigen wensen, interesses en leefwereld. Vele erfgoedorganisaties investeren daarom heel wat tijd en moeite in het zoeken naar en ondersteunen van vrijwilligers. Vaak doen zij dit intuïtief, vanuit een gezonde dosis mensenkennis en boerenverstand. Toch is het nuttig om wat langer stil te staan bij het vrijwilligerswerk binnen je organisatie.

Deze brochure wil je helpen bij de uitbouw van een geslaagd vrijwilligers- beleid. Zo'n vrijwilligersbeleid betekent dat jouw erfgoedorganisatie goed beseft vanuit welke overtuiging zij met vrijwilligers werkt, wat ze te bieden heeft aan vrijwilligers en welke richting ze wil uitgaan. Een kwaliteitsvol en zinvol vrijwilligersbeleid betekent eveneens dat je aandacht hebt voor de vijf ‘V’s’. Dit zijn de vijf fases die elke vrijwilliger normaliter doorloopt binnen een organisatie: vind, verwelkom, versterk, verbeter en vertrek.

ABC van vrijwilligers in de erfgoedsector

ABC van vrijwilligers in de erfgoedsector

Dit ABC biedt een overzicht van de belangrijkste tendensen en verschuivingen in het vrijwilligerswerk en de mogelijkheden ervan voor erfgoedwerkers. Elke letter is gewijd aan één opvallende of inspirerende tendens of praktijk. Verwacht daarbij geen uitgebreide encyclopedische beschrijving. Wel krijg je, per letter, telkens een beknopte definitie, vaak gekoppeld aan een praktijkvoorbeeld, gevolgd door een aantal tips en aandachtspunten en ten slotte een literatuurverwijzing. Sommige lemma’s zijn heel sterk gericht op de praktijk, andere zijn dan weer meer theoretisch of conceptueel opgevat. Bij nog andere letters hebben we de tekst beperkt en werken we vooral met foto’s. Of zoals het gezegde luidt: soms zegt een beeld meer dan duizend woorden!

Dit ABC hebben we geschreven voor erfgoedwerkers die zijn begaan met de vernieuwing van hun vrijwilligerswerking. We denken daarbij in de eerste plaats aan vrijwilligerscoördinatoren, actieve (bestuurs-)leden binnen een erfgoedvereniging en aan alle intermediaire organisaties die erfgoedvrijwilligers ondersteunen en begeleiden. De bedoeling van dit vrijwilligersalfabet is om te inspireren, te enthousiasmeren en te sensibiliseren.

50 praktijkverhalen over vrijwilligerswerk in de erfgoedsector

50 praktijkverhalen over vrijwilligerswerk in de erfgoedsector

FARO, Heemkunde Vlaanderen en Familiekunde Vlaanderen hebben de voorbije jaren mogen kennismaken met tal van inspirerende en verrassende vrijwilligersinitiatieven. Toch beseften we dat er nog vele waardevolle projecten en initiatieven onder onze ‘radar’ bleven. Daarom startten we in het voorjaar van 2016 een zoektocht naar nieuwe praktijkvoorbeelden. Ons doel? Deze voorbeelden registreren en vervolgens met u delen. Want we zijn ervan overtuigd: verhalen en ervaringen van anderen kunnen inspireren en motiveren.

Het project ging van start met de oproep: “Bent u betrokken bij een vrijwilligerswerking waar u fier op bent? Laat het ons weten!”. De respons was overweldigend. Meer dan dertig organisaties, uit alle hoeken van het land, reageerden. We gingen bij vrijwel elk van deze organisaties op bezoek. We namen interviews af met de vrijwilligers en/of het aanspreekpunt van die vrijwilligers. Daarnaast gingen we zelf actief op zoek naar interessante praktijkvoorbeelden. Daarbij zochten we naar initiatieven die een aanvulling vormden op de reacties die we via de projectoproep hadden ontvangen.

Voorliggende bundel verzamelt de oogst van onze zoektocht. We willen u hier graag mee inspireren, enthousiasmeren en ook ondersteunen. U krijgt hier zo maar even vijftig verhalen uit de praktijk, van collega’s die stevig met beide voeten op de grond staan.

Vrijwilligers rekruteren voor lokale erfgoedverenigingen

Ook op zoek naar witte raven? Vrijwilligers rekruteren voor lokale erfgoedverenigingen

Bladwijzer 1: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen - mei 2011 • 01

Van november 2010 tot april 2011 konden lokale erfgoedorganisaties in alle provincies de cursusavond ‘Ook op zoek naar witte raven? Vrijwilligers rekruteren voor lokale erfgoedverenigingen’ volgen. Deze avonden, die ingericht werden door Heemkunde Vlaanderen en het Forum voor Erfgoedverenigingen, bestonden uit een interactieve voordracht van Koen Vermeulen van het Steunpunt voor Vrijwilligerswerk en rondetafelgesprekken waar lokale erfgoedverenigingen met een goed rekruterings- en medewerkersbeleid hun expertise deelden en in gesprek gingen met de andere deelnemers om ervaringen uit te wisselen en samen oplossingen te bedenken.

De vragen die centraal stonden tijdens de avondcursussen waren: Hoe kan ik nieuwe vrijwilligers rekruteren voor mijn erfgoedvereniging? Hoe kan mijn bestuur verjongen? Waar moet ik hierbij op letten? Hoe moet ik een goed medewerkersbeleid voeren zodat de nieuwe vrijwilligers ook blijven komen? Voor de erfgoedverenigingen die niet konden deelnemen, maar nog steeds op zoek zijn naar nieuwe witte raven om hun vrijwilligersploeg uit te breiden, bundelen we de resultaten van de rondetafelgesprekken en de essentie van de voordracht in onderliggende tekst. De theorie, aangereikt door Koen Vermeulen, wordt via tips en voorbeelden uit de praktijk aangevuld.

Datasets registreren via CoDE-x

Postkaart CoDE-x

CoDE-x is de naam van een pilootproject rond het vindbaar en doorzoekbaar maken van kwetsbare onderzoeksdata van erfgoedvrijwilligers doorheen Vlaanderen. In het kort: een website voor het doorzoeken en registreren van jullie datasets (digitale lijsten, tabellen, ...).

De infographic stuurt aan om meer te weten over CoDE-x. Het geeft in een notendop mee wat CoDE-x is en hoe je het zelf kan gebruiken ten voordele van jullie onderzoeksdata.

Inspirerende erfgoedpraktijken: Van heemkundige kring tot erfgoedbeweging in Zutendaal

Armand Put van erfgoedbeweging Soennes & Swaerdes Zutendaal

De vrijwilliger van vandaag de dag is niet meer dezelfde als die van vroeger. Gepassioneerd erfgoedvrijwilliger Armand Put uit Zutendaal vertelt over de omschakeling van hun voormalige heemkundige kring naar een erfgoedbeweging, genaamd Soennes & Swaerdes. Hij stelt hun alternatieve erfgoedwerking voor, waarbij ze op een holistische wijze vrijwilligers aanwerven voor hun projecten. Daarbij is het heel belangrijk om vrijwilligers persoonlijk aan te spreken en om de tijdsduur en het onderwerp van het project heel duidelijk af te bakenen. Door deze werking heeft de erfgoedbeweging al vele succesvolle projecten op poten kunnen zetten. In deze aflevering ontdek je hoe de organisatie tewerk gaat en welke activiteiten ze zoal organiseren.

  • Door met meerdere vrijwilligers en verenigingen samen te werken, komen verschillende talenten bij elkaar.
  • We hebben geen klassiek vast bestuur, maar wel een kern vrijwilligers (het coördinatieteam) in een horizontale structuur met een uitgebreid netwerk.
  • We zetten sterk in op kinderen, omdat we geloven dat je de interesse voor erfgoed van jongs af aan moet creëren.

Beluister hier de podcast:

Goede middag Armand, kan u uzelf en uw erfgoedbeweging even aan ons voorstellen?

Onze erfgoedbeweging Soennes & swaerdes was in wezen en beginne een heemkundige kring, die werd opgericht in 1978 en zich bezig hield met tentoonstellingen en publicaties. Dat duurde tot 2007, daarna begonnen de activiteiten stilletjes aan uit te doven. Bij het overlijden van de voormalige voorzitter in 2020, werden de koppen samen gestoken door enkele voormalige leden om een doorstart te doen van de heemkundige kring. In september 2020 is een doorstart gerealiseerd, weliswaar niet als heemkundige kring maar als erfgoedbeweging, met de nieuwe naam ‘Soennes & Swaerdes’, wat staat voor ‘des zondags en des werkdags’, of ‘elke dag, altijd’. We proberen op een holistische wijze het beste uit het verre en nabije verleden van Zutendaal op te sporen en dat erfgoed te bewaren en ook uit te dragen. We trachten het Zutendaals geheugen voor de volgende generaties te vrijwaren.

We werken in een horizontale en organische structuur, wat misschien vreemd klinkt voor een heemkundige kring. Met horizontaal bedoel ik dat we geen voorzitter, geen secretaris en geen penningmeester hebben. We werken zonder hiërarchie, zonder de klassieke vormen van een bestuur. We volgen wel met een achttal betrokkenen dagelijks de activiteiten op en coördineren die ook, waarvan een vijftal mensen zetelen in het veertiendaags overleg. We overleggen dan wat we kunnen doen, wat we willen doen en wat binnen de mogelijkheden ligt. We hebben geen echte functies, maar we hebben wel mensen die voornamelijk als archivaris bezig zijn, we hebben iemand die met het cafétje en het klasje bezig is in ons erfgoedhuis, iemand die met prentbriefkaarten bezig is, iemand die zich bezighoudt met dialecten en evenementen enzovoort. We hebben zowel oude als nieuwe leden, waarop we beroep kunnen doen als vrijwilliger. Dat zijn er in totaal zelfs een 90-tal. Als er een bepaald evenement of project voorligt, gaan we kijken wie het ziet zitten om het te coördineren en hoeveel personen we aanvullend nodig hebben om het te realiseren. We bekijken dan onze pool van een 90-tal vrijwilligers en gaan zoeken naar mensen die geïnteresseerd zouden zijn om mee te werken aan het project, op basis van hun uitlatingen in het verleden. We houden het heel goed bij als er een vrijwilliger aangeeft dat hij of zij de ene of de andere taak wel zou zien zitten om te volbrengen, of als een vrijwilliger graag eens een bepaald soort project zou willen organiseren of eraan zou willen meewerken. We bekijken dan voor welke activiteit wie we kunnen aanspreken. Het vergt wel heel wat initiatief van de persoon die coördineert, want diegene moet de mensen dan persoonlijk gaan vragen of ze willen meewerken aan een project.

We hebben wel bewust gekozen om projectmatig te werken. De vrijwilliger van vandaag de dag is niet meer geïnteresseerd om (bestuurs)lid voor het leven te worden. Als we de mensen aanspreken, kaderen we altijd heel specifiek welk soort project het wordt, voor welke periode en voor welke taak dat we medewerking zoeken. Zodat mensen zich niet te gebonden voelen en niet met de schrik zitten om ja te zeggen, want vrijwilligers hebben schrik om ja te zeggen wanneer het uitzichtloos wordt. Het is van belang om goed te omschrijven wat er verwacht wordt en voor hoelang. We merken dat we op die manier heel wat mensen enthousiasmeren voor beperkte projecten. Het vereist wel dat je de vrijwilligers persoonlijk aanspreekt, want een advertentie plaatsen dezer dagen heeft weinig zin. Soms kennen de enthousiaste vrijwilligers dan nog andere personen binnen hun eigen netwerk die ook geschikt en geïnteresseerd zouden kunnen zijn om mee te werken. Er is zo vaak nog meer opkomst dan enkel je ‘bekende pool’ van vrijwilligers die hun medewerking al hadden aangeboden. Op die manier hebben we voor ons groot project rond de Erfgoeddag vorig jaar een 50-tal mensen kunnen verzamelen, en dit jaar toch ook meer dan 40 mensen.

Bij een eerste contact met vrijwilligers is het van belang om te vragen wat zij zelf zien in het project en om het project en de tijdsduur strikt te kaderen. Als dat binnen hun interessegebied valt, het concept zelf hun aanstaat en ze zien de periode van medewerking zitten, heb je een grote kans dat je een ja krijgt. We brengen de vrijwilligers daarna per werkgroep bij elkaar om verder het concept toe te lichten en voornamelijk ook om te vragen wat ze er zelf van vinden en hoe zij het zelf zouden invullen, zodat er ook een initiatief van henzelf kan komen. Op die manier verhoog je het enthousiasme alsmaar meer, want het project wordt zo ook van hen zelf. Als je dan eenmaal bezig bent en een opvolgingssamenkomst doet, zie je dat ze vaak zelfs veel meer invullen dan je zelf gehoopt had.

Dus is het belangrijk dat de kern dichtbij de vrijwilligers blijft en dat de contacten met de vrijwilligers op heel persoonlijk niveau worden onderhouden?

Inderdaad, zowel de persoonlijke benadering alsook de regelmatige benadering is belangrijk. Zorg dat de mensen regelmatig kunnen samenkomen en dat je vooral respect toont voor hun eigen ideeën. We vragen hen bepaalde dingen en kaderen dat ook maar we laten hen voornamelijk datgeen wat wij vragen zelf invullen op een zelfstandige manier. We moeten niet voor alles een goedkeuring geven, binnen het kader dat we geschetst hebben, “doe maar!” en dat levert heel veel enthousiasme op.

En ik denk dat dat enthousiasme ook echt overkomt bij de bezoekers van het project.

Zeker en vast! De vrijwilligers brengen dat enthousiasme over en op die manier trek je ook nieuwe mensen aan die dat zien en denken ‘dat wil ik ook’. Zo breiden we, sinds we gestart zijn eind 2020, steeds onze pool van vrijwilligers weer uit. Door wat te ondernemen, trek je altijd nieuwe vrijwilligers aan.

Welke projecten organiseren jullie zoal met die vrijwilligers?

We hebben al een aantal projecten gedaan. Ik denk bijvoorbeeld aan een fietstocht rond het thema ‘Zutendaal in de Tweede Wereldoorlog’. We zijn drie jaar geleden gestart met het jaarlijks verkiezen van een erfgoedboom, waarvoor we dit jaar ook de medewerking hebben gekregen van Natuurpunt, de intergemeentelijke onroerenderfgoeddienst (IOED), het Regionaal Landschap Kempen en Maasland (RLKM) en de gemeente van Zutendaal. We organiseren nu voor het tweede jaar een evenement rond Erfgoeddag en we richten ons daarbij naar alle kinderen van de Zutendaalse scholen, die in totaal 470 leerlingen tellen. Dit jaar schoof FARO voor de invulling van de Erfgoeddag het thema ‘beestig’ naar voor en daarmee zijn we aan de slag gegaan. We zijn op zoek gegaan naar iemand die daarrond een mooi project kon uitschrijven, toevallig of niet toevallig werd dat dezelfde persoon als vorig jaar. Hij is zich in september beginnen inlezen, rond de feestdagen was zijn ei gelegd en konden we op zoek gaan naar vrijwilligers om het project in te vullen. Het project draaide rond een bezoek aan de bioboerderij, met verhalen op een drietal zolders, in de schuur en in het stro. We proberen daarmee de kinderen een fantasierijke maar ook leerrijke en boeiende culturele uitstap aan te rijken. We hebben daarvoor verschillende vrijwilligers gevonden die met de muziek bezig zijn, met dialect bezig zijn, klusjes willen opknappen of rondleidingen willen geven op de boerderij enzovoort. We proberen ook met vrijwilligers als acteurs een bepaalde sfeer neer te zetten op de boerderij, zodat de kinderen worden getransporteerd naar de sfeer van het verleden.

Dat we ons, naast het verleden, ook richten naar het heden en de toekomst, werkt heel goed, zeker bij kinderen. We proberen het verleden te vergelijken met het heden en de toekomst. Hoe was het vroeger op het veld, hoe gaan we vandaag de dag om met de natuur en waar moeten we eigenlijk naartoe? Dat boeit ontzettend veel mensen en enthousiasmeert heel veel vrijwilligers om ook hun medewerking te verlenen.

Het project van vorig jaar stond in het kader van ‘Erfgoeddag maakt school’. Enkele vertellers gingen verhalen vertellen in de scholen, maar we gaven de kinderen ook de opdracht mee om zelf met hun ouders of grootouders te praten over hun schooltijd. Hadden zij een gelijkaardige klas? Kennen zij een digibord? Waarmee schreven zij? Of zelfs: hadden zij wel de mogelijkheid om naar school te gaan? Op die manier sloegen we een brug tussen de twee generaties. Na het project kregen we dan ook heel veel leuke reacties van bepaalde grootouders. En die verbindende factor gaf ons toch wel heel veel genoegdoening.

U heeft met uw vereniging het vormingstraject rond erfgoedvrijwilligers rekruteren en motiveren gevolgd. Wat heeft dat jullie bijgebracht?

Het vormingstraject kwam voor ons op een ideaal moment, namelijk tijdens covid. We konden op dat moment moeilijk met vrijwilligers werken. We hebben gedurende een vijftal teamsessies de opleiding gevolgd en dat werkte verruimend. Je zit daar met een diverse samenstelling aan vrijwilligers, namelijk mensen uit een museum, mensen uit een processie-organisatie … organisaties die op het eerste zich niet heel veel gemeen hebben, maar we hebben daar wel veel inspiratie kunnen opdoen, qua organisatie en activiteiten, om toch evenementen te kunnen organiseren met onze eigen vrijwilligers. Ik herinner mij de vijf V’s van het vrijwilligersbeleid, die we in een uitgave toegereikt kregen: vinden, verwelkomen, versterken, verbeteren en zelfs het vertrek van een vrijwilligers, met een aantal belangrijke aspecten die je toch wel in de gaten moet houden.

Heel erg bedankt, Armand!

Heeft deze aflevering jou geïnspireerd om ook een project op te zetten met je erfgoedorganisatie? Of misschien heb je al innovatief experiment op poten gezet. Laat het ons vooral weten. En wie weet zit jij wel in de volgende aflevering.

Anneleen Gabriels (stagiair bij Histories)

Copyright foto's: Soennes & Swaerdes

Interview Bernard Lootens en Moniek Moyaert – Archief- en documentatiecentrum: De Spaenhiers

25 februari tot en met 5 maart is het de Week van de Vrijwilliger. Hoog tijd om een aantal vrijwilligers achter de schermen van Histories in beeld te brengen en ze luidkeels te bedanken. Maak kennis met: Bernard Lootens en Moniek Moyaert!

Dag Moniek en Bernard, jullie zijn actief als vrijwilliger bij het Archief- en documentatiecentrum De Spaenhiers: wat doen jullie binnen die vereniging?

Moniek: Ik ben reeds vijf jaar vrijwilliger bij de Spaenhiers. Mijn werk bestaat erin de rouwbrieven en bidprentjes, die geschonken worden aan de Spaenhiers, te sorteren, de database aan te vullen en alfabetisch te rangschikken in de reeds bestaande collecties. Daarnaast werk ik aan de beeldbank door krantenartikels te scannen, te beschrijven en online te zetten.

Bernard: Als verantwoordelijke van het bestuur voor het documentatiecentrum bestaat mijn taak er voornamelijk in om de werking te coördineren. Dat houdt enerzijds in dat ik zoek naar aangepaste taken voor de vrijwilligers en ze naar een bepaalde doelstelling begeleid. Deze taken bestaan uit het ordenen en inventariseren van collecties en binnenkomende documenten. Indien mogelijk worden de collecties opgelijst en online ter beschikking gesteld. Zo zijn er bijvoorbeeld van onze collectie bidprentjes en rouwbrieven lijsten gemaakt, die online te consulteren zijn: Bidprentjes (wordpress.com). De prentjes en de rouwbrieven zijn alfabetisch geklasseerd. Andere grote collecties in ons documentatiecentrum bestaat uit foto’s, de krantenknipsels en de affiches. Deze worden gescand of gefotografeerd en met de bijhorende beschrijving op onze beeldbank geplaatst.  Anderzijds bestaat mijn taak erin om (be)zoekers te begeleiden. Wie iets komt opzoeken, probeer ik wegwijs te maken in ons aanbod en gericht te helpen. Ook de algemene promotie van het documentatiecentrum, het opsporen en verwerven van erfgoed tracht ik te bewerkstelligen.

Als vrijwilligers bij De Spaenhiers zijn jullie ‘erfgoedvrijwilligers’: waarom zijn jullie graag erfgoedvrijwilligers?

Moniek: Allereerst vind ik het een boeiende en zinvolle activiteit voor mezelf, maar het belangrijkste is dat we mensen kunnen helpen in hun zoektocht naar informatie. Bidprentjes en rouwbrieven zijn de grootste pijlers voor het maken van een stamboom. Krantenartikelen zijn een uitstekende bron van informatie voor mensen die op zoek zijn naar de evolutie van het sociale, culturele en politieke verleden van Koekelare.

Bernard: Vooral omdat ik van mening ben dat dit voor onze lokale gemeenschap een belangrijke taak is. In de loop van de jaren hebben wij met een team van vrijwilligers een instelling uitgebouwd waar mensen terecht kunnen met documenten, wat vaak gebeurt bij sterfgevallen. Voor gelijk welk zoekwerk over lokale geschiedenis, bijvoorbeeld voor genealogisch onderzoek, een schoolwerk, een paper, een boek, een tijdschrift enzovoort, helpen wij mensen op weg. Dit geeft veel voldoening.

Waarom is het volgens jullie belangrijk dat er erfgoedvrijwilligers zoals jullie zijn die zich engageren bij documentatiecentra?

Moniek: We ondervinden in het documentatiecentrum van De Spaenhiers een stijgende interesse bij de lokale bevolking. Dit gaat van studenten tot auteurs van bijvoorbeeld een boek, een eindwerk tot mensen die geboeid zijn door het verleden. Mensen kunnen helpen in hun zoektocht naar concrete informatie is dan ook de grootste voldoening voor de vrijwilliger en een stimulans tot een blijvend engagement.

Bernard: Het verzamelen en bewaren van lokaal erfgoed is een eerste stap. Dit erfgoed degelijk ordenen en ontsluiten is een tweede en even belangrijke stap. Dit is nodig voor de derde stap van bekendmaking en als gevolg voor een bewustwording van de gemeenschap over het belang van de lokale geschiedenis. Het effect van bekendmaking is bijvoorbeeld duidelijk gebleken uit het programma ‘Het Verhaal van Vlaanderen’ van Tom Waes.

Moniek en Bernard tijdens een uitstap met de Spaenhiers in het midden van de foto – https://spaenhiers.be/uitstappen-2/#jp-carousel-476

Bedankt voor dit interview!

Studiedag vrijwilligerswerking in lokale erfgoedorganisaties

Studiedag vrijwilligerswerking in lokale erfgoedorganisaties

Bladwijzer 12: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen december 2014 12

Op 24 mei 2014 vond in Lamot (Mechelen) een studiedag plaats georganiseerd door Heemkunde Vlaanderen en Herita. Vijftig deelnemers volgden de dag, die in het teken stond van het thema vrijwilligerswerking. Hoe voer je anno 2014 een goed vrijwilligersbeleid voor je lokale erfgoedorganisatie? Hoe rekruteer en onthaal je nieuwe (jonge) vrijwilligers? Hoe zorg je ervoor dat die nieuwe (jonge) vrijwilligers blijven komen en gemotiveerd blijven? Hoe hou je rekening met de ‘nieuwe vrijwilliger’? Op al deze vragen en nog veel meer kregen de deelnemers een antwoord.

Ex Situ – Tijdschrift voor Vlaamse archeologie

Ex situ

Tijdschrift voor Vlaamse archeologie

Ben je geïnteresseerd in archeologie en blijf je graag op de hoogte van wat er speelt in de Vlaanderen? Abonneer je dan snel op het tijdschrift Ex Situ!

Uitgezonderd van de verzendkosten is een jaarabonnement, bestaande uit vier nummers, volledig gratis. Bovendien vind je er steeds als eerste ons volgende interview in terug!

Interview Luk Indesteege – Limburg Volkskundig Genootschap

25 februari tot en met 5 maart is het de Week van de Vrijwilliger. Hoog tijd om een aantal vrijwilligers achter de schermen van Histories in beeld te brengen en ze luidkeels te bedanken. Maak kennis met: Luk Indesteege!

Luk, je bent actief als vrijwilliger bij het Limburgs Volkskundig Genootschap (LVG): wat doe je binnen die vereniging?

Wij, de leden van LVG, inventariseren en documenteren actuele volksgebruiken in Limburg. We verzamelen deze info op onze website . We geven ook info, lezingen, lessen enz… over de verzamelde informatie. Ik heb binnen LVG de rol van voorzitter.

Wanneer en waarom ben gestart als vrijwilliger bij het Limburgs Volkskundig Genootschap? 

In een lessenreeks over volkskunde ontmoette ik Mathieu Driessen, de vroegere voorzitter en stichter van LVG. Dat was in 1985. Hij overtuigde mij om lid te worden, en 10 jaar later kon hij mij overhalen om het voorzitterschap over te nemen…

Als vrijwilliger bij het Limburgs Volkskundig Genootschap bent u een ‘erfgoedvrijwilliger’: waarom bent u graag erfgoedvrijwilliger? En wat maakt het vrijwilligerswerk er zo bijzonder?

Ik speel al 50 jaar traditionele muziek en de context ervan heeft mij altijd geïnteresseerd. Zo geraakte ik geboeid door allerlei oude en nieuwe gebruiken, waarbij ik al snel leerde dat tradities evolueren met de tijd en steeds nieuwe vormen aannemen, ofwel verdwijnen in archiefkasten en musea. Erfgoed is boeiend en je komt via erfgoed met veel mensen in contact, bijna altijd in prettige omstandigheden. Het lokale aspect geeft kleur aan de verschillen, het ondersteunt de persoonlijke identiteit. Bovendien is het ‘Limburggevoel’ niet te onderschatten. Ook zonder Tom Waes hebben wij in Limburg voldoende om de interesse en zelfs de jaloezie van anderen te wekken.

Waarom is de werking van het volkskundig genootschap zo belangrijk?

Het is van belang om de evoluties in de volkscultuur te documenteren en om niet enkel te kijken naar het verleden. (Immaterieel) erfgoed is waardevol, het helpt ons om onze identiteit te vormen en te tonen. Dat identiteitsaspect is belangrijk om zinvol en aangenaam te kunnen leven.

Welke anekdote/ervaring zal je altijd bijblijven?

Het is moeilijk om één anekdote te kiezen. Maar een steeds terugkerende ervaring is: het enthousiasme, de gedrevenheid en fierheid waarmee traditiedragers hun eigen gebruiken beoefenen, uitvoeren, organiseren, voortzetten…

Bedankt voor dit interview!

Interview Jitse Taels – Familiekunde Vlaanderen (FV) Regio Diest

25 februari tot en met 5 maart is het de Week van de Vrijwilliger. Hoog tijd om een aantal vrijwilligers achter de schermen van Histories in beeld te brengen en ze luidkeels te bedanken. Maak kennis met: Jitse Taels!

U bent actief als vrijwilliger binnen de erfgoedgemeenschap genealogie: wat doet u binnen uw vereniging?

Ik maak vooral bewerkingen over de bewonersgeschiedenis van de gemeenten Varendonk, Veerle, Eindhout en Tessenderlo. Het doel is om een beeld te krijgen van hoe onze voorouders hier in de streek leefden of om verhuisbewegingen in kaart te brengen. Kortweg tracht ik het verhaal van onze voorouders in de streek te doen herleven. Vervolgens heb ik ook een website uitgebouwd voor de vereniging, waarop er een klein deel van ons archief digitaal beschikbaar is gesteld voor leden.  In 2019 heb ik in het Rijksarchief van Hasselt mijn eerste boek voorgesteld, genaamd ‘De Kiezerslijsten van Tessenderlo 1895-1915’. Momenteel leg ik de laatste hand aan mijn bewerking van ‘Varendonk 1816-1970’.

Wanneer en waarom bent u gestart als vrijwilliger binnen Familiekunde Vlaanderen Regio Diest? 

Ik ben er zo een 4 jaar geleden ingerold, toen ik naar een tentoonstelling van Martin Mondelaers, de voorzitter van de vereniging, ging kijken. Wij zitten trouwens ook met een gemeenschappelijke voorouder langs mijn moederszijde, genaamd Andreas Doupagne. Martin was in het verleden al eens in contact gekomen met onze familie, waardoor hij geen onbekende was. Vervolgens heeft hij mij een aantal tips gegeven en heeft hij mij meegenomen naar het stadsarchief van Diest. Sindsdien heeft de erfgoedmicrobe mij te pakken.

Waarom is het volgens u belangrijk dat er erfgoedvrijwilligers zoals u zijn die zich engageren inzake familiekunde?

Het is belangrijk dat we het verleden kunnen vastleggen en dat alles bewaard kan blijven. Dit kost heel wat tijd en dat werk gebeurt natuurlijk niet vanzelf.

Waarom is de werking van een familiekundige vereniging  zo belangrijk en wat maakt het vrijwilligerswerk er zo bijzonder?

Ik denk persoonlijk dat het belangrijk is dat we het verhaal van onze voorouders kunnen vastleggen. Door te weten welke tegenslagen zij kenden, kunnen we ook leren van hun fouten. Het vrijwilligerswerk is zo bijzonder omdat je, door het verleden van een bepaalde streek te leren kennen, altijd wel iets nieuws komt te weten waar je soms wel eens verbaasd van kunt zijn.  Ik vind het vooral ook interessant om te weten wie onze voorouders waren en wat er zich hier in de streek afspeelde. Op die manier kunnen we dan ook verbanden tussen personen leggen.

Welke anekdote/ervaring zal u altijd bijblijven?

Mijn ontdekking van een rechtstreekse voorouder van mij, genaamd Petrus Thaels. Hij was een onechte zoon van Maria Catharina Taels en gedoopt was in Veerle. In zijn doopakte werd de vader ook vermeld, Joannes Heeren. Ik heb drie jaar lang gedacht dat iemand uit Duitsland of Luxemburg ging zijn. Na die drie jaar bleek echter dat dat gewoon een Joannes Heeren uit Tessenderlo was.

Bedankt voor dit interview!

Interview Julien Maebe – Reuzen in Vlaanderen Limburg

25 februari tot en met 5 maart is het de Week van de Vrijwilliger. Hoog tijd om een aantal vrijwilligers achter de schermen van Histories in beeld te brengen en ze luidkeels te bedanken. Maak kennis met: Julien Maebe!

Als vrijwilliger bij RIV Limburg ben je een ‘erfgoedvrijwilliger’: waarom ben je graag erfgoedvrijwilliger?

Ik ben of werd niet van de weeromstuit een “erfgoedvrijwilliger”.  Dat woord werd trouwens slechts een paar jaren geleden gelanceerd op een cursus terzake. Maar, als een mens zich een beetje aan alles interesseert en een nogal brede kijk op de wereld handhaaft dan val je per ongeluk hier of daar bij een infovergadering of een open deur in een schuif die u dadelijk omzwachtelt als een cocon van een zijderups.  Je zet je dan in voor een oprichtingsvergadering, ronselt enkele mensen van goede wil, en voor je er oog in hebt ben je voorzitter van een Dorpsraad, of een Dorpstuintjesgroep of ben je bestuurslid van Reuzen in Vlaanderen Limburg. Omdat, naast tal van onderwerpen, Reuzen mij ook interesseren, en er twee reuzen verloren bleken in ons dorp Heusden, ben ik op zoek gegaan naar de resten en zo rol je dan van “’t een in ‘t ander”. En na een zekere tijd ben je dan plots erfgoedvrijwilliger. Een onbetaalbaar knelpuntberoep.

Waarom is een mens dus GRAAG erfgoedvrijwilliger? Omdat naar mijn ervaring men die dienst aan de gemeenschap opneemt uit passie voor een onderwerp. Omdat men zich in dat thema verdiept. Omdat men daar, als men na opzoeking en veel vallen en opstaan, er uiteindelijk een voldoening en een inzicht uithaalt, en dan in een volgend stadium ervan overtuigd geraakt dat het verworvene, de kennis en het patrimonium niet mag verloren gaan en men het wil borgen en veiligstellen voor de mensen na ons.

Waarom is het volgens jou belangrijk dat er erfgoedvrijwilligers zoals jij zijn die zich engageren binnen organisaties als de jouwe?

In een wereld waarin professionalisering vaak de bovenhand neemt is de rol van vrijwilligers in de erfgoedsector nog altijd van onschatbare waarde. Vergelijk het met de voetbalwereld, daarin is in de Voetbalbond belangrijk maar waar zouden ze zijn zonder de mensen die de truitjes wassen, aan de zijlijn staan om te supporteren of de lijnen te trekken, om nog maar te zwijgen van de vele vrijwilligers die de jeugd trainen?

Als erfgoedvrijwilligers zijn wij op dezelfde manier op het (werk)veld gepositioneerd. Proberen de Reuzengilden uit het Covid moeras te halen, hen inspireren om het Immaterieel Cultureel erfgoed te blijven promoten, maar ook hen helpen bij de dagdagelijkse beslommeringen die het erfgoedbeheer inhoudt en zoveel andere vragen proberen te beantwoorden is een taak die de erfgoedbeheerder-vrijwilliger zich met passie en onbaatzuchtig voor inzet. Bijvoorbeeld: de hand van de reus is stuk, waar kan je die niet te kostelijk laten herstellen? Een onbetaalbaar bedrijfskapitaal. Een kapitaal dat we dringend moeten verjongen.

Bedankt voor dit interview!

Interview Karel Govaerts – Gevangenismuseum te Merksplas

25 februari tot en met 5 maart is het de Week van de Vrijwilliger. Hoog tijd om een aantal vrijwilligers achter de schermen van Histories in beeld te brengen en ze luidkeels te bedanken. Maak kennis met: Karel Govaerts!

Karel, je bent als vrijwilliger secretaris in het Gevangenismuseum te Merksplas: wat doe je binnen die vereniging?

Samen met andere collega’s vormen wij een mooie groep van enthousiaste vrijwilligers, die vol vuur meewerken aan het uitdragen van het boeiende verhaal van het Gevangenismuseum te Merksplas. Als erfgoedvrijwilligers werken wij mee aan een uniek verhaal.

Als vrijwilliger in het Gevangenismuseum ben je een ‘erfgoedvrijwilliger’: waarom ben je graag erfgoedvrijwilliger?

Ons verhaal is uniek omdat we het verhaal van de landlopers in situ vertellen, dus op de plaats waar de landlopers zelf nog verbleven, waar ze werkten in de Grote Hoeve, de akkers en de velden of in één van de twintig ateliers, waar ze de dreven proper hielden, waar ze meehielpen bij andere onderhoudswerken.

Ons verhaal is daarenboven tevens uniek omdat het op lokaal vlak een deel is van het grotere geheel, waar verhalen worden verteld door de gidsen van het landlopersdomein in Merksplas en Wortel, beiden 600 ha groot, en in het Bezoekerscentrum. Naast het Gevangenismuseum is er nog een ruim toeristisch aanbod: wandelen en fietsen in de dreven, bezoek aan de Plantentuin, de Cyclocross, de ruiterijdagen, de acties van Moved to Help, de themawandelingen ter herdenking van de bevrijding van Merksplas (WO2), brasserie Colony7, enz.

Ons verhaal is ook uniek in België omdat het landlopersverhaal een deel is van de geschiedenis van het Belgisch gevangeniswezen. In het Gevangenismuseum vertellen wij het verhaal van de straffen en strafuitvoering vanaf de middeleeuwen tot heden.

Ons verhaal is ten slotte ook uniek omdat dit deel uitmaakt van gelijkaardige verhalen van landloperskolonies in Drenthe. Met de zeven landloperskolonies van België en Nederland samen werd trouwens een aanvraag gedaan tot erkenning als werelderfgoed bij Unesco.

Waarom is het volgens jou belangrijk dat er erfgoedvrijwilligers zoals jij zijn die zich engageren bij lokale musea?

In feite is het zo dat alle lokale erfgoedvrijwilligers een belangrijke taak vervullen. De activiteiten die bij elke erfgoedwerking weerkeren, zijn: verzamelen, inventariseren, conserveren, onderzoeken en ontsluiten. Dit kan je verdelen in twee blokken:

1) Bij het verzamelen, inventariseren en conserveren ligt de nadruk op enkelvoudige voorwerpen en documenten. Bij elk voorwerp, elk document hoort een verhaal. In veel lokale musea vinden we dit terug in het oude schoolklasje, het oude winkeltje, enz.

2) Bij het onderzoeken wordt hieraan informatie toegevoegd. Hierdoor ligt de focus eerder op het verhaal dan op de voorwerpen. Het verhaal wordt dan versterkt door de voorwerpen en documenten. Door het ontsluiten van deze verhalen (boek, tento, enz.) voegt men informatie toe op een hoger niveau, bv. op cultureel, sociologisch, geografisch vlak, enz. En dat levert ook een meerwaarde voor de bezoeker, want hij/zij wil op een aangename wijze iets bijleren…

Karel Govaerts bij de Graanschuur. (foto Dirk Raeymaekers)

Bedankt voor dit interview!

Interview Mario Raeymaekers – Metaaldetectorist

25 februari tot en met 5 maart is het de Week van de Vrijwilliger. Hoog tijd om een aantal vrijwilligers achter de schermen van Histories in beeld te brengen en ze luidkeels te bedanken. Maak kennis met: Mario Raeymaekers!

Dag Mario, als metaaldetectorist ben je een ‘erfgoedvrijwilliger’: waarom ben je graag erfgoedvrijwilliger?

Metaaldetectie is niet alleen maar op velden gaan zoeken naar vondsten. Belangrijk zijn ook het vooronderzoek en de zoektocht naar een interessant veld. Na het veldwerk, bij het opzoeken van wat de voorwerpen zijn die er gevonden zijn, kom je telkens boeiende mensen tegen. Je leert zo ook veel bij over je vondst en over de geschiedenis.

Door samen te werken met Onroerend Erfgoed, boeren, archiefmedewerkers en heemkringen probeer ik metaaldetectie op een hoger niveau te brengen. Ik raad iedere metaaldetectorist aan zich bij de plaatselijke heemkundige kring aan te sluiten.

Waarom is het volgens jou belangrijk dat er erfgoedvrijwilligers zoals jij zijn die zich engageren rond metaaldetectie?

Er wordt in Vlaanderen veel gevonden en achter iedere vondst zit een verhaal. Iedere vondst kan een verhaal vertellen. De plaatselijke heemkundige kring of erfgoedcel kan hier vaak veel mee doen. Dat verhaal vertellen is ook heel belangrijk, bijvoorbeeld voor een klas, zodat ook zij weten wat het belang kan zijn van de samenwerking en het lokaal onderzoek.

Bedankt voor dit interview!

Interview Ann Rombaut – Heemkundige kring Kaulille

25 februari tot en met 5 maart is het de Week van de Vrijwilliger. Hoog tijd om een aantal vrijwilligers achter de schermen van Histories in beeld te brengen en ze luidkeels te bedanken. Maak kennis met: Ann Rombaut!

Ann, je bent erfgoedvrijwilliger en voorzitter van de heemkundige kring Kaulille: wat doe je binnen die vereniging? 

Elke maandag zitten wij samen met de leden van de heemkundige kring en werken we samen aan het inventariseren van alle bronnen en schenkingen van mensen aan de heemkundige kring. Op maandagnamiddag zijn we ook open voor publiek. Mensen kunnen dan langskomen als ze vragen hebben rond hun genealogisch onderzoek, voor papers in hun studie enzovoort. We hebben een grote collectie aan bidprentjes, rouwbrieven, communieprentjes en foto’s, maar ook artikels, boeken en andere documenten of voorwerpen. Een belangrijk aspect voor ons is de communicatie naar de buitenwereld: alle nieuwe bronnen of activiteiten worden aangekondigd op de facebookpagina. We werken ook aan een website voor onze vereniging. Vroeger gaven we ook een heemkundig tijdschrift uit, genaamd ‘De Klaveren Heer’, maar door omstandigheden zijn we daarmee moeten stoppen. Elk jaar geven we een heemkundige kalender uit rond een bepaald thema. In de toekomst zullen ook meer activiteiten organiseren om ons archief te ontsluiten zoals ruilbeurzen, tentoonstellingen … Ook zetten we momenteel sterk in op de communicatie en eventuele uitwisseling van bronnen met andere heemkundige kringen en organisaties in de buurt.

Wanneer en waarom ben je gestart als vrijwilliger binnen de heemkundige kring? 

Ik heb archeologie en kunstgeschiedenis gestudeerd. Na mijn studies heb ik gewerkt in het stadsarchief van Aalst. Daar hielp ik onder meer mensen met genealogisch onderzoek en bouwde ik mee aan tentoonstellingen. Na mijn verhuizing naar Kaulille werkte ik als bibliotheekassistent en later als bibliothecaris in de bibliotheek van Bocholt en stond ik in voor het erfgoedbeleid in dezelfde gemeente. Dankzij mijn voorgeschiedenis had ik al een stevig netwerk uitgebouwd binnen de erfgoedsector en mensen uit de buurt wisten daarvan. In 1992 is men mij dan komen vragen of ik geïnteresseerd was om mee te werken aan de oprichting van de Heemkundige kring van Kaulille. Het leek mij zeer verrijkend om met deze mensen met een gemeenschappelijke passie voor het verleden te werken aan een vooropgesteld doel.

Als vrijwilliger bij de heemkundige kring ben je een ‘erfgoedvrijwilliger’: waarom ben je graag erfgoedvrijwilliger?

Voor erfgoed is er toch een voorliefde nodig voor geschiedenis, verhalen …. Meer kennis opdoen en meer mensen ontmoeten waarmee je jouw passie kan delen is zeer verrijkend. Mijn netwerk is dankzij de samenwerking met allemaal verschillende erfgoedvrijwilligers nog meer verruimd en steeds opnieuw leer ik nieuwe mensen kennen met een nieuw verhaal. Als we daarnaast dan ook mensen kunnen helpen bij het reconstrueren van hun eigen verhaal, is dat nog des te mooier.

Waarom is het volgens jou belangrijk dat er erfgoedvrijwilligers zoals jou zijn die zich engageren in heemkundige kringen?

Vrijwilligerswerk in de erfgoedsector is zo belangrijk omwille van de sociale samenhang en de leefbaarheid van een gemeenschap. Ons doel is om mensen goesting te geven in erfgoed en ze laten doen wat ze graag doen, zodat ze echt kunnen voelen welke meerwaarde ze dan ook betekenen.

Erfgoedvrijwilligers zijn momenteel schaars, zeker na corona. De oudsten vallen weg en er is dringend nood aan nieuw bloed. We hechten dan ook veel belang aan onze projecten om kinderen al van jongs af aan te betrekken. Zo doen we regelmatig projecten met scholen. We geven jaarlijks een les in het derde en vijfde leerjaar rond een thema’s zoals het urnenveld van Kaulille, de teuten, de oorlog en de poederfabriek. Erfgoed dringt bij kinderen vooral binnen als ze het zelf kunnen ervaren via workshops, zoals het maken van een urne, zelf brood bakken, oude volkspelen enzovoort. Verder willen we sterk inzetten op het zoeken van vrijwilligers rond een bepaald project, met een duidelijke opdracht die beperkt is in tijd. Vaak hebben de jongere generaties weinig tijd voor langdurig vrijwilligerswerk, maar het enthousiasme leeft nog wel onder de mensen. Heden ten dage vind je nog weinig mensen die 10 of 20 jaar in dezelfde vereniging zitten, tenzij je iemand vindt die zo gebeten is door de microbe, dat hij/zij dit als haar levenswerk ziet. Na afloop van zo’n project merken we dat er toch veel enthousiasme is voor verdere projecten rond een bepaald thema.

Waarom is de werking van de heemkundige kring zo belangrijk en wat maakt het vrijwilligerswerk er zo bijzonder?

Het is belangrijk dat het erfgoed eerst en vooral gekend is en onderzocht wordt, en daarnaast ook bewaard wordt in goede omstandigheden en ontsloten wordt. Zo helpen wij bijvoorbeeld de gemeenten door opmerkzaam te blijven over verloederde gebouwen, scheuren in gebouwen of kapelletjes die onderkomen zijn. Erfgoed is de nalatenschap van het verleden waarmee we leven in het heden. Die nalatenschap geven we door aan toekomstige generaties, zodat zij er ook van kunnen leren, het kunnen bewonderen en ervan kunnen genieten.

Wat maakt voor jou de lokale geschiedenis/het lokale erfgoed zo interessant?

Al kinds af aan heb ik de interesse voor geschiedenis en kunst meegekregen. We bezochten met het gezin vaak verschillende musea en gingen naar tentoonstellingen. Het zit dus wel in mijn bloed. Al snel merkte ik dat veel mensen toch veel belang hechten aan hun lokale leefwereld en afkomst, waardoor de erfgoedverhalen ook heel persoonlijk worden. De lokale geschiedenis is een belangrijke en onmisbare schakel van een groter geheel.

Welke anekdote/ervaring zal je altijd bijblijven?

Wat mij het meest vreugde brengt aan het vrijwilligerswerk rond erfgoed zijn de contacten en de verhalen van de mensen. Momenteel ben ik voorzitter van de Heemkundige Kring Kaulille en bestuurslid bij het Davidsfonds, de Kauliller Molenvrienden, Molennetwerk Kempenbroek en bij Ovenbuur Bocholt. Het is heel fijn om met al deze mensen met dezelfde passie en nieuwsgierigheid op zoek te gaan naar verhalen en de linken tussen verhalen te kunnen leggen. Onze passie brengt mensen samen en dat is heel mooi om te zien.

Bedankt voor dit interview!

Erfgoedvrijwilligers motiveren en begeleiden

Hou ze aan boord. (Nieuwe) erfgoedvrijwilligers motiveren en begeleiden

Bladwijzer 5: wegwijs met Heemkunde Vlaanderen augustus 2012 • 05

Van april tot mei 2012 konden lokale erfgoedorganisaties in alle provincies de cursusavond ‘Hou ze aan boord! (Nieuwe) erfgoedvrijwilligers motiveren en begeleiden’ volgen. Deze avonden, die ingericht werden door Heemkunde Vlaanderen en het Forum voor Erfgoedverenigingen, bestonden uit een interactieve voordracht van Koen Vermeulen (trainer/consulent vrijwilligerswerk1) en praktijkvoorbeelden van lokale erfgoedverenigingen die hun expertise in vrijwilligerswerking deelden.

Deze cursusreeks was het vervolg op de vorige reeks rond ‘vrijwilligers rekruteren’. Vrijwilligers vinden die zich willen inzetten voor je erfgoedvereniging is één zaak, maar zorgen dat ze willen blijven, is een andere zaak! De vragen die centraal stonden tijdens de avondcursussen waren: Hoe bestuur je anno 2012 best een erfgoedvereniging opdat de vrijwilligers gemotiveerd blijven? Waarop moet je letten als je je bestuur wilt verjongen? Hoe moet je een goed vrijwilligersbeleid voeren? Dit artikel is een samenvatting van de cursus, aangevuld met de gegeven praktijkvoorbeelden.

Interview Nancy Van Orle – Metaaldetectoriste

Benieuwd naar de ervaringen van andere metaaldetectoristen? Maak kennis met onze gesprekspartner Nancy Van Orle uit Mortsel!

Dag Nancy! Heel fijn dat je met ons in gesprek wilt gaan. Kan je je even voorstellen?

Ik ben Nancy, 59 jaar oud, en al veertien jaar zoek ik als metaaldetectoriste. Op het forum DVVL ben ik moderator van “beginnende zoekers” en “vers uit de vondstentas”. Ik ben ook vaste vrijwilliger van de Archeologische dienst Stad Antwerpen en hielp al bij verschillende opgravingen. Los daarvan loopt er reeds vier jaar een unieke samenwerking met een archeoloog. Sinds kort ben ik werkend lid van de Heemkundige Kring Mortsel en lid van EGMP (Europees genootschap Munten en Penningen).

Hoe ga je op het veld te werk?

Ik vraag altijd eerst toestemming – meestal mondeling – aan de grondbeheerder. Op het veld zelf volg ik mijn neus en ga van de ene kant naar de andere kant. Bij een nieuw veldje ga ik er eerst diagonaal over en doe ik de randen om een idee te krijgen wat het te bieden heeft.

Wat doe je met een gevonden voorwerp?

Ik probeer het te reinigen – vaak gewoon droog door het zand met een tandenstokertje te verwijderen. Daarna leg ik een laagje B72 paraloid over het object. Soms vind je muntjes die in heel slechte staat zijn door verzuring van bemesting op het veld. Ofwel probeer ik het zelf te determineren, ofwel vraag ik op fora wat het kan zijn.

Ik neem een foto van alle vondsten en dan geef ik het aan bij Onroerend Erfgoed. Soms is het vervelend dat er niet veel dagen tussen het vinden en het melden van de vondsten mogen zitten; je weet niet altijd meteen wat het voorwerp is of het is nog niet juist gereinigd. Ik vermeld dat ik het nog niet weet en vul dat later nog aan. Vondsten melden is heel belangrijk. Het is daardoor dat je de geschiedenis rijker kan maken en zelfs veranderen.

Bewaar je zelf je vondsten?

Voor de mooie vondsten heb ik een vitrinekastje. De rest zit in zakjes en doosjes. Die probeer ik per vondstdata, gemeente of straat te bewaren. Ik probeer het ensemble bij elkaar te houden. Ik leg mijn vondsten natuurlijk niet in een vochtige omgeving. Ik heb ook kleine zakjes silica gel. Een tiental Romeinse munten van mij worden nu professioneel gereinigd en gedetermineerd. Ik gebruik een speciale mousse en voeg een zakje tegen vocht toe om het te vervoeren zodat het in goede staat aankomt en terugkomt.

Als iemand mijn vondsten wil onderzoeken, dan vind ik ze ook heel vlug terug. Zo kwam er onlangs iemand die onderzoek doet naar Antwerpse pegels. Dat zijn stukken lood die in aardewerk werden geslagen waardoor de barman wist tot waar hij drank moest schenken, anders werd de klant bedrogen. Zo heb ik er verschillende liggen. Ik deel graag alle informatie die ik heb, omdat ik het ook leuk vind om meer te weten te komen van de onderzoeker.

Heb je tips voor iemand die aan metaaldetectie wilt beginnen?

Het is belangrijk om op de hoogte te zijn van de regels. Er zijn mensen die nooit op fora komen en dus niet bereikt kunnen worden. De fora bevatten enorm veel expertise en kennis om mensen te helpen en te begeleiden. Elke vraag kan gesteld worden. Ik ben er zeker van dat ik in het begin zeer naïeve vragen stelde, maar kreeg steevast een vriendelijk antwoord. Ze moeten zeker ook hun erkenning aanvragen. En daarnaast: sluit de putjes goed, neem afval mee, vraag toestemming.

Wat maakt voor jou iemand tot bonafide detectorist?

De liefde voor geschiedenis is sowieso van belang. En dan: geduld hebben. Het is zoals bij vissers: je weet nooit wat je boven haalt. Je kan urenlang op een veld zoeken en niets vinden. Ik heb na al die jaren elke week nog even veel zin om te gaan zoeken – zelfs als ik de weken ervoor niets heb gevonden. Transparantie op fora is belangrijk. Je moet ook een goed oog hebben. Je kent de vondsten in het begin helemaal niet. Gooi dus zeker niet te veel weg. Een beginneling had op een zoekdag een fibula tussen zijn ‘vondsten om weg te gooien’. Iemand merkte dat op toen die vroeg om eens te kijken wat hij had. Daarom geef ik een tip: steek je ‘rommel’ in een potje. Twee of drie jaar later weet je misschien wat het is en dan kan je beslissen om het wel of niet bij te houden.

Bedankt voor dit interview, Nancy!

Regelgeving metaaldetectie en magneetvisserij in Vlaanderen

Regelgeving metaaldetectie en magneetvisserij in Vlaanderen

Voor alle actieve en toekomstige metaaldetectoristen en magneetvissers werd op deze pagina de regelgeving rond metaaldetectie en magneetvisserij gebundeld! Klik op de links om meer te weten te komen.

Hou alvast in het achterhoofd dat je een erkenning van de Vlaamse overheid moet hebben om aan metaaldetectie of magneetvisserij te mogen doen en zorg dat je steeds toestemming van de eigenaar hebt om op diens grondgebied te gaan zoeken!

Als metaaldetectorist of magneetvisser ben je verplicht je aan de regelgeving rond metaaldetectie en magneetvisserij te houden. Voor je het veld op gaat of het water in duikt, dien je een (gratis) erkenning aan te vragen – ook als je geen Belgische nationaliteit hebt. Die geeft je de toestemming om als metaaldetectorist en magneetvisser aan het werk te gaan in Vlaanderen. Bovendien moet je de regels uit de Code van Goede Praktijk volgen. Deze kan je op de website van het Agentschap Onroerend Erfgoed vinden. Daarnaast biedt het Agentschap ook een folder aan waarin de regelgeving op een toegankelijke manier wordt geduid. Neem verder ook een kijkje bij onze veelgestelde vragen (FAQ’s).

Je mag als detectorist of magneetvisser ook niet overal rondspeuren. Naast de verplichte toestemming om met je detector of vismagneet te mogen zoeken, zijn er enkele plaatsen die volledig verboden zijn. Het Agentschap Onroerend Erfgoed geeft hier mee welke plaatsen dat zijn.

Heb je een metalen voorwerp in de grond of in het water gevonden? Meld dit dan zeker via het officiële meldingsformulier! Foto’s posten op sociale media of andere kanalen is dus niet voldoende. Dit administratieve gedeelte van je zoektocht zorgt er namelijk voor dat bij aanvang van een archeologisch onderzoek alle meldingen uit een gebied kunnen geraadpleegd worden. Kortom, de kennis over ons verleden vergroot. Sommige metaaldetectievondsten hebben er al toe geleid dat een onderzoek werd opgestart om een site archeologisch te beschermen. Schat dus de archeologische waarde van je vondst niet te laag in! Is het niet helemaal duidelijk hoe je de meldingsapplicatie moet gebruiken? Bekijk dan deze video.

Met de verplichte melding wordt er dus enkel kenniswinst beoogd. Het afstaan van je vondsten is niet nodig, tenzij de gemeente of eigenaar deze in bewaring wil nemen. Maak dus op voorhand duidelijke afspraken hierover. 

Heb je geen geschikte plaats bij je thuis om de artefacten te bewaren? Dan kan je ervoor kiezen om ze in bewaring te geven bij een onroerenderfgoeddepot 

Mogen vrijwilligers onkostenvergoedingen ontvangen?

Mogen vrijwilligers onkostenvergoedingen ontvangen?

Vrijwilligerswerk is in principe onbezoldigd. Dit betekent niet dat vrijwilligers geen onkostenvergoedingen kunnen ontvangen. Verenigingen zijn echter niet verplicht om de onkosten te vergoeden.

Volgens de ‘wet betreffende de rechten van vrijwilligers’ die sinds 2007 volledig van kracht is, moeten verenigingen hun vrijwilligers wel vooraf op de hoogte brengen van de afspraken hierover. Aan deze ‘informatieplicht’ kan je best voldoen door het opmaken en publiceren (bv. op de website of in jullie tijdschrift) van een informatie- of afsprakennota die jullie ook mailen naar alle vrijwilligers.

Een vereniging kan ervoor opteren om de reële kosten te vergoeden en/of om een forfaitaire onkostenvergoeding te betalen. Deze keuzes worden in de informatienota verduidelijkt. Je kan er voor opteren om voor een bepaald soort vrijwilligerswerk een forfaitaire regeling te hanteren en voor een andersoortig werk de werkelijke kosten te vergoeden.

Reële kosten moeten uiteraard bewezen worden, wanneer gewerkt wordt met een forfaitair bedrag is dit niet het geval. Het forfaitair bedrag dat uitgekeerd kan worden is wel begrensd. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd. Op dit moment betekent dit dat je als vrijwilliger maximaal 40,67 euro per dag of 1626,77 euro per jaar mag ontvangen (bedragen voor 2023). In de zorgsector zijn er andere bedragen om mee rekening te houden.

Sinds 2009 is ook een combinatie mogelijk van de forfaitaire onkostenvergoeding en de terugbetaling van reële vervoersonkosten. Elke vrijwilliger kan in dat geval maximaal 2000 kilometer per jaar laten terugbetalen.

De maximale kilometervergoeding bedraagt van 1 januari 2023 t.e.m. 31 maart 2023 2023 0,4259 euro/km en van 1 april 2023 tot 30 juni 2023 0,4246 euro/km. Een fietsvergoeding uitbetalen is eveneens mogelijk (max. 0,25 euro/km).

Verenigingen zijn uiteraard niet verplicht de maximale bedragen uit te keren. Belangrijk is echter dat deze niet overschreden worden, anders is niet langer sprake van vrijwilligerswerk en dreig je last te krijgen van de fiscus of de RSZ.

Meer informatie

Meer informatie over de vrijwilligerswetgeving en het betalen van onkostenvergoedingen vind je op de website van het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk:

https://www.vlaanderenvrijwilligt.be/wetgeving/ en https://www.vlaanderenvrijwilligt.be/wetgeving/kostenvergoedingen/

Hoe kan een erfgoedvereniging voldoen aan de wet betreffende de rechten van de vrijwilligers?

Hoe kan een erfgoedvereniging voldoen aan de wet betreffende de rechten van de vrijwilligers?

Sinds 1 januari 2007 is de ‘wet betreffende de rechten van de vrijwilligers’ volledig van kracht. Deze wet voorziet in een statuut, en dus een wettelijke bescherming, voor vrijwilligers. Elke organisatie die met vrijwilligers werkt, is sindsdien verplicht deze wet toe te passen.

Concreet bestaat deze wet uit twee grote verplichtingen voor verenigingen: de informatieplicht en de burgerlijke aansprakelijkheid. Dit laatste onderdeel geldt niet voor feitelijke verenigingen die geen personeel tewerkstellen, die niet verbonden zijn aan een feitelijke vereniging die personeel tewerkstelt of die niet beschouwd kunnen worden als een afdeling van een vzw. Maar toch is het ook voor hen aan te raden om hun vrijwilligers goed te verzekeren.

De informatieplicht

Elke erfgoedvereniging (zowel vzw’s als feitelijke verenigingen) moeten hun vrijwilligers op  voorhand informeren over:

  • De doelstelling en het statuut van de organisatie (én in het geval van een feitelijke vereniging moet de identiteit van de verantwoordelijke van de vereniging worden meegedeeld).
  • Het feit of de vereniging burgerlijk aansprakelijk is (zie verder) en welke verzekering hiervoor werd afgesloten.
  • Eventuele bijkomende verzekeringen die zijn afgesloten.
  • Het al dan niet betalen van vergoedingen en de aard van deze vergoedingen (forfaitaire of werkelijke kosten). Meer informatie over het vergoeden van vrijwilligerswerk vind je hier.
  • Het feit dat de vrijwilliger gebonden is door de geheimhoudingsplicht. Deze geheimhouding geldt voor vertrouwelijke informatie die valt onder artikel 458 van het strafwetboek (het zogenaamde medisch beroepsgeheim).

Hoe je deze informatie aan je vrijwilligers meedeelt, is vrij te kiezen. Indien hierover een betwisting ontstaat, moet de erfgoedvereniging evenwel kunnen aantonen dat ze het nodige gedaan heeft. Een goede optie is om een informatienota (kies voor: modeldocument: Informatienota wet) op te stellen, deze publiek kenbaar te maken via jullie website of tijdschrift en door te mailen naar alle vrijwilligers.

Burgerlijke aansprakelijkheid: verzekeringsplicht!

Alle erfgoedverenigingen (met uitzondering van feitelijke verenigingen die niet verbonden zijn aan een vzw zoals bv. de provinciale koepel) zijn burgerlijk aansprakelijk voor de schade die hun vrijwilligers tijdens het uitoefenen van hun activiteiten voor de organisatie aan derden berokkenen. Deze verplichting geldt echter niet wanneer de vrijwilliger opzettelijk bedrog of fraude pleegde of meermaals dezelfde (lichte) fout beging.

Organisaties moeten zich tegen deze risico’s dus indekken via een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid. Dat kan via een privéverzekeringsmaatschappij, maar weet dat er ook alternatieven zijn. Via de het Vlaams Steunpunt voor Vrijwilligerswerk kan men zich sinds 1 januari 2018 inschrijven op de  gratis collectieve verzekering van Vlaanderen.  De gratis vrijwilligersverzekering is wel te beperkt is voor erfgoedverenigingen met veel activiteiten. De organisatie kan per kalenderjaar gratis maximum 1000 vrijwilligersuren verzekeren. Via deze link kan je meer informatie vinden over de gratis vrijwilligersverzekering.
Ook sommige (provinciale) koepels ontwikkelen initiatieven om hun leden de verplichte verzekering aan te bieden.

Vrijwilligers bij feitelijke verenigingen zonder personeel of die niet beschouwd kunnen worden als een afdeling van een vzw of een feitelijke vereniging met personeel moeten ingeval van schade beroep doen op hun persoonlijke verzekering.

Daarnaast kan je uiteraard ook nog bijkomende verzekeringen afsluiten zoals een ongevallenverzekering of een verzekering rechtsbijstand. Dit is aan te raden, maar geen verplichting. Zie Welke verzekeringen moet een erfgoedvereniging best hebben?

Uitkeringsgerechtigd?

Ben je werkloos of bruggepensioneerd? Dan kan je vrijwilligerswerk verrichten zonder je uitkering te verliezen. Je moet hiervan echter vooraf schriftelijk aangifte doen bij de RVA. Zonder reactie van de RVA kan je na 12 dagen beginnen als vrijwilliger. Wanneer je arbeidsongeschikt bent, heb je de schriftelijke toestemming nodig van een geneesheer. Ontvang je een leefloon? Meld dan je vrijwilligerswerk bij het OCMW. Andere uitkeringsgerechtigden moeten hun vrijwilligerswerk niet melden.  Zie hier voor meer info i.v.m. wie mag vrijwilligen.

Meer informatie

Meer informatie over de vrijwilligerswetgeving vind je op de website van het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk:

https://www.vlaanderenvrijwilligt.be/wetgeving/

Naslagwerk metaaldetectie

Naslagwerk voor metaaldetectoristen

Heb je een metalen voorwerp gevonden, maar kan je het niet identificeren, is het gecorrodeerd of weet je niet hoe je het optimaal bewaard? In dit overzicht worden de meest gebruikte referenties over metaaldetectie gebundeld. De beste literatuur en websites voor het determineren, reinigen en conserveren van je vondsten worden opgelijst.