Europees onderzoek resulteert in tips voor een toegankelijkere vrijwilligerswerking. Wat kunnen erfgoedorganisaties er uit leren?

Interview met Lode Vermeersch van het HIVA

Het verspreiden van tips en tricks rond inclusieve vrijwilligerswerkingen is iets waar Histories op wil inzetten. Daarom spraken wij met Lode Vermeersch van het HIVA in Leuven. Hij werkte mee aan het onderzoek ‘De toegankelijkheid van vrijwilligerswerk’ dat in 2021 verscheen. In het verschenen rapport vergelijkt Lode met zijn team Europese vrijwilligersculturen en -gebruiken, waarna ze uiteenlopende aanbevelingen doen voor meer inclusieve vrijwilligerswerkingen in Vlaanderen. Wij vroegen Lode om de meest relevante resultaten van het rapport toe te lichten.

Lode Vermeersch is een medewerker van het HIVA (Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving) in Leuven, een interdisciplinair onderzoekscentrum waar ongeveer zeventig onderzoekers werkzaam zijn. Zelf werkt hij hier inmiddels vijftien jaar. Lode houdt zich bezig met erfgoed- en cultuureducatie, vrijwilligerswerk en andere middenveldkwesties. Vanuit deze expertise werkte hij al eerder mee aan publicaties zoals ‘Middenveld tussen aanval en verdediging’ (2020). In 2021 werkte hij vanuit een samenwerking tussen HIVA en UCLL aan het onderzoek ‘De toegankelijkheid van vrijwilligerswerk’ dat in opdracht van de Vlaamse overheid (Departement Cultuur, Jeugd en Media) tot stand kwam.

Uw rapport vergelijkt het algemene vrijwilligerswerk in acht Europese landen (Engeland, Finland, Frankrijk, Denemarken, Duitsland, Ierland, Schotland, Nederland). Hoe is de selectie van deze landen tot stand gekomen?

Bij het maken van de selectie hebben we opzettelijk gekozen voor landen uit alle windrichtingen. Vanuit de gedachte dat het vrijwilligersbeleid per land erg kan verschillen, hebben we zowel landen uit Oost Europa, Centraal Europa, de Britse eilanden en Scandinavië meegenomen in de analyse. Op die manier hoopten we diverse beleidsinstrumenten te vinden die we konden gebruiken voor ons onderzoeksrapport. Het vrijwilligerswerk is ook niet overal even sterk vertegenwoordigd. In het algemeen scoren Denemarken en Duitsland zeer goed in de Europese vrijwilligerscijfers. Dit komt waarschijnlijk door een vrijwilligersvriendelijke cultuur die met de generaties gegroeid is. Dus niet iets wat je van vandaag op morgen bereikt. In Denemarken zijn er bijvoorbeeld enorm veel 65-plussers die actief zijn als vrijwilliger. Dan kan je je afvragen: ‘Zijn die Deense ouderen dan fitter?’ Nee, de overheid zet daar bewust in op actief ouder worden, waardoor ouderen sneller een maatschappelijk engagement oppakken. Kortom, er is veel verschil merkbaar tussen de Europese landen.

Is er een overeenkomst merkbaar tussen de landen?

Wat opvallend genoeg wel in ieder land terugkomt, is dat de overheid het nut van inclusiever vrijwilligerswerk inziet, maar tegelijk weinig concrete tools heeft om dat in de praktijk te brengen. (noot van de redactie: toch zijn er veel interessante beleidsinstrumenten van verschillende landen met elkaar vergeleken. Lees het volledige rapport hier terug)

Het rapport licht verschillende fysieke en psychologische drempels toe. Dit zijn obstakels die mensen kunnen ondervinden bij het aangaan van een engagement. Zijn er volgens u drempels die kenmerkend zijn voor de erfgoedsector?

Dit is een lastige vraag, aangezien ons rapport zich niet specifiek op de erfgoedsector richt. Maar een mentale drempel die vaak wordt onderschat, is de uitstraling die een bepaalde locatie heeft. Musea zijn vaak gevestigd in statige gebouwen, waardoor veel mensen denken: ‘Oei, dit is niets voor mij…’. Dat is een sterke mentale drempel. Als museummedewerker moet je dan duidelijk maken dat ook deze personen welkom zijn. Ook hebben mensen soms het idee dat ze te weinig van kunst kennen om een museum binnen te kunnen gaan. Ze komen dan bijna verontschuldigend binnen. Dat moet je kunnen wegnemen.

Praktische drempels kunnen zich voordoen wanneer het moeilijk is om ergens met de rolstoel te geraken of zelfs om de ingang te vinden. Als mensen niet weten waar ze moeten zijn dan haken ze al snel af. Daarom adviseer ik organisaties om een soort ‘mystery guest’ uit te nodigen. Dit zijn mensen die onaangekondigd op bezoek komen en die tijdens hun bezoek alle aanwezige obstakels, klein en groot, noteren. Dit geldt zowel voor de fysieke locatie als voor de website: ‘Is het online bestellen van tickets makkelijk?’ en ‘Hoe meld je je aan als vrijwilliger?’.

Waarom is het communiceren van de verwachtingen tegenover de vrijwilliger zo belangrijk?

Er zijn verschillende manieren om naar vrijwilligers te kijken. Sommige organisaties stellen hun vrijwilligerswerk voor iedereen open. De vrijwilliger staat bij hen centraal en alles draait om de voorkeur van de vrijwilliger. Andere organisaties leggen de nadruk op inzetbaarheid en zoeken een vrijwilliger vanuit een bepaald takenpakket of profiel. Ze zoeken bijvoorbeeld iemand voor de communicatie, of iemand die kan werken als gids. Deze organisaties denken vanuit een vrijwilligersvacature, waarbij vrijwilligers die dat werk niet goed doen best uit de organisatie worden geschoven. Dit verschilt met het eerste type, waar vrijwilligers eigenlijk niets fout kunnen doen. Daar krijgen vrijwilligers die worstelen met hun taak gewoon iets anders te doen waar ze wel goed in zijn. Een andere taak met misschien minder verantwoordelijkheid, maar de vrijwilliger is nog altijd welkom.

Iedere vrijwilligersorganisatie bevindt zich ergens tussen deze twee uitersten. Hierover communiceren is belangrijk, zodat de vrijwilliger en de organisatie beiden weten wat ze van elkaar kunnen verwachten. Soms komen die twee organisatiestijlen namelijk in conflict met elkaar, bijvoorbeeld wanneer iemand denkt dat hij in een ‘vrijwilliger centraal’-organisatie zit, terwijl na een tijdje blijkt dat het bestuur vooral inzetbaarheid belangrijk vindt.

Wat is voor een organisatie de grootste meerwaarde om mensen in een maatschappelijk kwetsbare positie te engageren als vrijwilliger?

Tijdens ons onderzoek hebben we deze vraag vaak gesteld aan organisaties die al met kwetsbare mensen werken. Het meest gegeven antwoord was: ‘Maatschappelijk kwetsbare mensen brengen nieuwe ideeën binnen in de organisatie’. Hierbij is het natuurlijk wel belangrijk dat organisaties zich durven open te stellen voor de verandering die de nieuwe vrijwilligers met zich meebrengen. De tweede meest genoemde meerwaarde was het gemeenschapsgevoel dat binnen een organisatie kan ontstaan. Mensen met een maatschappelijk kwetsbare achtergrond ontmoeten namelijk gelijkgezinden. Dit vergroot de kans op een hecht vrijwilligersteam van mensen die elkaar echt ‘gevonden’ hebben. Een ander voordeel is dat deze mensen vaak een sterk netwerk met zich meebrengen, wat deze gemeenschapsvorming ten goede komt.

Welke eerste stap kan een organisatie zetten om een meer inclusieve vrijwilligersploeg te bekomen?

Voordat je stappen onderneemt om een divers vrijwilligersteam op te bouwen, moet je als organisatie stilstaan bij wat je uitstraalt. Welke medewerkers hebben een maatschappelijk kwetsbare positie ? In welk deel van de organisatie werken die? Zijn ze er alleen onder de vrijwilligers, of ook in het bestuur? Pas als er sprake is van een divers team, ga je echt diverse vrijwilligers en bezoekers kunnen aantrekken. Vrijwilligers willen zich namelijk kunnen erkennen in de organisatie. En wanneer de organisatie zelf het inclusieve traject is ingeslagen, dan gaat het vrijwilligersbestand haast vanzelf diverser worden.

Ook kan een organisatie dit proces versnellen door de standaard vrijwilligersvacatures los te laten. Het kan lonen om in overleg met de nieuwe vrijwilliger een takenpakket samen te stellen en dus niet een kant-en-klare functie aan te bieden. ‘Als vrijwilliger Roger de organisatie verlaat, dan moet die niet altijd vervangen worden door een nieuwe Roger,’ zo werd in het onderzoeksteam wel eens lachend gezegd. Wat we bedoelen: een oudere witte man hoeft niet altijd vervangen te worden door een andere oudere witte man. Het kan nuttig zijn eens eenzelfde taak aan een heel andere vrijwilliger te geven. Het werk van Roger kan misschien net zo goed – of beter – door een vrouw of een jongere gebeuren.

Dit jaar organiseert Histories een netwerkdag rond inclusieve vrijwilligerswerkingen in de erfgoedsector. Interesse? Hou dan zeker onze website en onze nieuwsbrief in de gaten.  

Is dit een thema waar jij als organisatie graag stappen in wilt zetten, maar weet je niet hoe te beginnen? Neem dan contact op met Daphné Maes via daphne.maes@historiesvzw.be. Zij denkt graag met u mee!