Hoe kan een erfgoedvereniging voldoen aan de wet betreffende de rechten van de vrijwilligers?

Sinds 1 januari 2007 is de ‘wet betreffende de rechten van de vrijwilligers’ volledig van kracht. Deze wet voorziet in een statuut, en dus een wettelijke bescherming, voor vrijwilligers. Elke organisatie die met vrijwilligers werkt, is sindsdien verplicht deze wet toe te passen.

Concreet bestaat deze wet uit twee grote verplichtingen voor verenigingen: de informatieplicht en de burgerlijke aansprakelijkheid. Dit laatste onderdeel geldt niet voor feitelijke verenigingen die geen personeel tewerkstellen, die niet verbonden zijn aan een feitelijke vereniging die personeel tewerkstelt of die niet beschouwd kunnen worden als een afdeling van een vzw. Maar toch is het ook voor hen aan te raden om hun vrijwilligers goed te verzekeren.

De informatieplicht

Elke erfgoedvereniging (zowel vzw’s als feitelijke verenigingen) moeten hun vrijwilligers op  voorhand informeren over:

  • De doelstelling en het statuut van de organisatie (én in het geval van een feitelijke vereniging moet de identiteit van de verantwoordelijke van de vereniging worden meegedeeld).
  • Het feit of de vereniging burgerlijk aansprakelijk is (zie verder) en welke verzekering hiervoor werd afgesloten.
  • Eventuele bijkomende verzekeringen die zijn afgesloten.
  • Het al dan niet betalen van vergoedingen en de aard van deze vergoedingen (forfaitaire of werkelijke kosten). Meer informatie over het vergoeden van vrijwilligerswerk vind je hier.
  • Het feit dat de vrijwilliger gebonden is door de geheimhoudingsplicht. Deze geheimhouding geldt voor vertrouwelijke informatie die valt onder artikel 458 van het strafwetboek (het zogenaamde medisch beroepsgeheim).

Hoe je deze informatie aan je vrijwilligers meedeelt, is vrij te kiezen. Indien hierover een betwisting ontstaat, moet de erfgoedvereniging evenwel kunnen aantonen dat ze het nodige gedaan heeft. Een goede optie is om een informatienota (kies voor: modeldocument: Informatienota wet) op te stellen, deze publiek kenbaar te maken via jullie website of tijdschrift en door te mailen naar alle vrijwilligers.

Burgerlijke aansprakelijkheid: verzekeringsplicht!

Alle erfgoedverenigingen (met uitzondering van feitelijke verenigingen die niet verbonden zijn aan een vzw zoals bv. de provinciale koepel) zijn burgerlijk aansprakelijk voor de schade die hun vrijwilligers tijdens het uitoefenen van hun activiteiten voor de organisatie aan derden berokkenen. Deze verplichting geldt echter niet wanneer de vrijwilliger opzettelijk bedrog of fraude pleegde of meermaals dezelfde (lichte) fout beging.

Organisaties moeten zich tegen deze risico’s dus indekken via een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid. Dat kan via een privéverzekeringsmaatschappij, maar weet dat er ook alternatieven zijn. Via de het Vlaams Steunpunt voor Vrijwilligerswerk kan men zich sinds 1 januari 2018 inschrijven op de  gratis collectieve verzekering van Vlaanderen.  De gratis vrijwilligersverzekering is wel te beperkt is voor erfgoedverenigingen met veel activiteiten. De organisatie kan per kalenderjaar gratis maximum 1000 vrijwilligersuren verzekeren. Via deze link kan je meer informatie vinden over de gratis vrijwilligersverzekering.
Ook sommige (provinciale) koepels ontwikkelen initiatieven om hun leden de verplichte verzekering aan te bieden.

Vrijwilligers bij feitelijke verenigingen zonder personeel of die niet beschouwd kunnen worden als een afdeling van een vzw of een feitelijke vereniging met personeel moeten ingeval van schade beroep doen op hun persoonlijke verzekering.

Daarnaast kan je uiteraard ook nog bijkomende verzekeringen afsluiten zoals een ongevallenverzekering of een verzekering rechtsbijstand. Dit is aan te raden, maar geen verplichting. Zie Welke verzekeringen moet een erfgoedvereniging best hebben?

Uitkeringsgerechtigd?

Ben je werkloos of bruggepensioneerd? Dan kan je vrijwilligerswerk verrichten zonder je uitkering te verliezen. Je moet hiervan echter vooraf schriftelijk aangifte doen bij de RVA. Zonder reactie van de RVA kan je na 12 dagen beginnen als vrijwilliger. Wanneer je arbeidsongeschikt bent, heb je de schriftelijke toestemming nodig van een geneesheer. Ontvang je een leefloon? Meld dan je vrijwilligerswerk bij het OCMW. Andere uitkeringsgerechtigden moeten hun vrijwilligerswerk niet melden.  Zie hier voor meer info i.v.m. wie mag vrijwilligen.

Meer informatie

Meer informatie over de vrijwilligerswetgeving vind je op de website van het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk:

https://www.vlaanderenvrijwilligt.be/wetgeving/