Benieuwd naar de ervaringen van andere metaaldetectoristen? Maak kennis met onze gesprekspartner Nancy Van Orle uit Mortsel!

Dag Nancy! Heel fijn dat je met ons in gesprek wilt gaan. Kan je je even voorstellen?

Ik ben Nancy, 59 jaar oud, en al veertien jaar zoek ik als metaaldetectoriste. Op het forum DVVL ben ik moderator van “beginnende zoekers” en “vers uit de vondstentas”. Ik ben ook vaste vrijwilliger van de Archeologische dienst Stad Antwerpen en hielp al bij verschillende opgravingen. Los daarvan loopt er reeds vier jaar een unieke samenwerking met een archeoloog. Sinds kort ben ik werkend lid van de Heemkundige Kring Mortsel en lid van EGMP (Europees genootschap Munten en Penningen).

Hoe ga je op het veld te werk?

Ik vraag altijd eerst toestemming – meestal mondeling – aan de grondbeheerder. Op het veld zelf volg ik mijn neus en ga van de ene kant naar de andere kant. Bij een nieuw veldje ga ik er eerst diagonaal over en doe ik de randen om een idee te krijgen wat het te bieden heeft.

Wat doe je met een gevonden voorwerp?

Ik probeer het te reinigen – vaak gewoon droog door het zand met een tandenstokertje te verwijderen. Daarna leg ik een laagje B72 paraloid over het object. Soms vind je muntjes die in heel slechte staat zijn door verzuring van bemesting op het veld. Ofwel probeer ik het zelf te determineren, ofwel vraag ik op fora wat het kan zijn.

Ik neem een foto van alle vondsten en dan geef ik het aan bij Onroerend Erfgoed. Soms is het vervelend dat er niet veel dagen tussen het vinden en het melden van de vondsten mogen zitten; je weet niet altijd meteen wat het voorwerp is of het is nog niet juist gereinigd. Ik vermeld dat ik het nog niet weet en vul dat later nog aan. Vondsten melden is heel belangrijk. Het is daardoor dat je de geschiedenis rijker kan maken en zelfs veranderen.

Bewaar je zelf je vondsten?

Voor de mooie vondsten heb ik een vitrinekastje. De rest zit in zakjes en doosjes. Die probeer ik per vondstdata, gemeente of straat te bewaren. Ik probeer het ensemble bij elkaar te houden. Ik leg mijn vondsten natuurlijk niet in een vochtige omgeving. Ik heb ook kleine zakjes silica gel. Een tiental Romeinse munten van mij worden nu professioneel gereinigd en gedetermineerd. Ik gebruik een speciale mousse en voeg een zakje tegen vocht toe om het te vervoeren zodat het in goede staat aankomt en terugkomt.

Als iemand mijn vondsten wil onderzoeken, dan vind ik ze ook heel vlug terug. Zo kwam er onlangs iemand die onderzoek doet naar Antwerpse pegels. Dat zijn stukken lood die in aardewerk werden geslagen waardoor de barman wist tot waar hij drank moest schenken, anders werd de klant bedrogen. Zo heb ik er verschillende liggen. Ik deel graag alle informatie die ik heb, omdat ik het ook leuk vind om meer te weten te komen van de onderzoeker.

Heb je tips voor iemand die aan metaaldetectie wilt beginnen?

Het is belangrijk om op de hoogte te zijn van de regels. Er zijn mensen die nooit op fora komen en dus niet bereikt kunnen worden. De fora bevatten enorm veel expertise en kennis om mensen te helpen en te begeleiden. Elke vraag kan gesteld worden. Ik ben er zeker van dat ik in het begin zeer naïeve vragen stelde, maar kreeg steevast een vriendelijk antwoord. Ze moeten zeker ook hun erkenning aanvragen. En daarnaast: sluit de putjes goed, neem afval mee, vraag toestemming.

Wat maakt voor jou iemand tot bonafide detectorist?

De liefde voor geschiedenis is sowieso van belang. En dan: geduld hebben. Het is zoals bij vissers: je weet nooit wat je boven haalt. Je kan urenlang op een veld zoeken en niets vinden. Ik heb na al die jaren elke week nog evenveel zin om te gaan zoeken – zelfs als ik de weken ervoor niets heb gevonden. Transparantie op fora is belangrijk. Je moet ook een goed oog hebben. Je kent de vondsten in het begin helemaal niet. Gooi dus zeker niet te veel weg. Een beginneling had op een zoekdag een fibula tussen zijn ‘vondsten om weg te gooien’. Iemand merkte dat op toen die vroeg om eens te kijken wat hij had. Daarom geef ik een tip: steek je ‘rommel’ in een potje. Twee of drie jaar later weet je misschien wat het is en dan kan je beslissen om het wel of niet bij te houden.

Bedankt voor dit interview, Nancy!