Aftelrijmpjes

Jij bent hem

Aftelrijmpjes

Auteur: Histories

Om te beslissen wie mag beginnen met een spelletje of wie als eerste een bepaalde functie mag vervullen binnen een spelletje, worden er aftelrijmpjes gebruikt. Daarbij wordt iedere deelnemer, of bijvoorbeeld de rechtervoet van iedere deelnemer, op de maat van het aftelrijmpje met de vinger aangewezen. De persoon die wordt aangewezen op het moment dat het liedje stopt is ‘hem’, of is ‘hem’ net niet. Één van de meest gekende aftelrijmpjes is: “Iene miene mutte, tien pond grutte, tien pond kaas en jij bent de baas.” Degene die dan aan het einde van het rijmpje wordt aangewezen, is ‘hem’. Wanneer dit aftelrijmpje wordt aangevuld met: “maar jij kan de baas niet zijn, want jij bent nog veel te klein”, is degene die aan het einde van het rijmpje wordt aangewezen ‘hem’ niet. Dan wordt het aftelrijmpje herhaald tot er uiteindelijk slechts één iemand overblijft. Die overblijvende persoon mag dan als eerste beginnen of mag als eerste een bepaalde functie vervullen.  

Andere aftelrijmpjes zijn bijvoorbeeld:

Iet wiet waait is eerlijk weg  
Met kop door de heg  
Met de kop door de muur  
En jij bent zuur

Alle indianen  
Schoten met bananen  
Pif poef paf  
Uw broek zakt af

1 2 kopje thee  
3 4 pintje bier  
5 6 kruk op de fles  
7 8 soldaat op wacht  
9 10 ik heb het zelf gezien  
11 12 je bent hem zelf

Doe die vieze voet eens weg  
Want hij staat in mijne weg

Inne minne makke  
Oliekoeken bakken  
Vrouw kookt brij  
Af ben jij

Donald Duckske  
Zat op een krukske  
Krak, zei dat krukske  
En weg was Donald Duckske

Meer informatie en verantwoording

Afbeeldingen

De afbeeldingen genummerd op volgorde van boven- tot onderaan de pagina:

  1. (bannerafbeelding) Kinderen spelen een spel. Mi Pham, 2 augustus 2018, via: https://unsplash.com/photos/xtd3zYWxEs4

Artikelen en/of boeken

  • De Vries, A., Meisje, kun je wel jokken? Achtergrond en betekenis van de Nederlandse kinderrijmen, Amsterdam University Press, Amsterdam, 2015.