Sint-Maarten

Sinte Mette van de ruggenuchte

Sint-Maarten

Auteur: Histories

Op 11 november vieren we het naamfeest van Sint-Maarten. Voor zijn heiligverklaring stond hij bekend als Martinus van Tours (ca. 316 – 397). In onze streken en heel wat andere plaatsen in Europa is hij één van de meest vereerde heiligen. Martinus stond bekend als een zeer devote monnik. Hij stichtte kloosters, bekeerde ongelovigen, genas zieken en voerde duiveluitdrijvingen uit. Op vraag van de bevolking van Tours werd hij bisschop van de stad.

In de rubriek 'over-dragers' spreken we met en over dragers van rituelen, tradities of gebruiken. Zo sprak Histories met Nele Buys, die vertelt over haar kindertijd in Aalst. Daar vierde zij Sint-Maarten, maar geen Sinterklaas. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld haar man, die uit Denderleeuw komt. Ze vertelt ons over wie voor haar 'de echte' Sint is. Haar verhaal kun je lezen op de gesprekspagina.

Sint Martinus en de bedelaar

Martinus werd geboren in Pannonië, dat in het huidige Hongarije ligt. Het Romeinse leger lijfde hem op jonge leeftijd in. Tijdens zijn legerdicht belandde Martinus in Frankrijk, waar hij zich na enkele jaren tot het christendom bekeerde. Hij verliet het leger en stelde zijn leven in dienst van Christus.

De bekendste legende die over Martinus van Tours de ronde doet, heeft betrekking tot die carrière in het leger. Op een dag reed Martinus op zijn paard de stad Amiens binnen en zag hij bij de stadspoort een naakte bedelaar. De arme man had het koud, maar niemand leek zich zijn lot aan te trekken. Martinus sneed de mantel van zijn uniform in twee stukken en gaf een helft aan de bedelaar. Dat was een grootmoedig gebaar, want een Romeinse soldaat was verondersteld zijn uniform in ere houden. Soldaten moesten bovendien de helft van hun mantel betalen, de rest van het bedrag werd door het leger bijgepast. Om die reden gaf Martinus dan ook zijn ‘eigen’ helft van zijn mantel weg, in plaats van de hele mantel. Volgens de legende, die talloze keren opduikt in de iconografie, hielp Martinus met zijn gebaar eigenlijk God, die de gedaante van een bedelaar aangenomen had.

Sint-Maartensspijs en -drank

Hoe Sint-Maarten (of ook wel Sinte-Mette) vereerd wordt, is sterk plaatsgebonden. De naamdag van de heilige valt op 11 november en het is dan ook op die dag of aan de vooravond ervan dat hij gevierd wordt. 11 november markeert de overgang van de herfst naar de winter. Vroeger werd rond deze tijd van het jaar het vee uit de weiden geleid en een deel ervan werd vervolgens geslacht. Ook de pacht, de zogenaamde “sint-maartenscijnzen”, en de lonen werden dan uitbetaald.

Martinus die een stuk van zijn mantel weggeeft

Sint-maartensgans

Met de winter in aantocht werden de dagen snel korter, zodat er voor vuur, voedsel en warme kledij moest worden gezorgd. Bovendien volgde na 11 november ook een 40-dagen durende vastentijd, die duurde tot Driekoningen op 6 januari. Om die reden was de naamdag van Sint-Maarten het uitgelezen moment om een feest te organiseren en nog een laatste keer goed te tafelen.

Op het menu stonden sint- maartensgans en sint-maartenswijn. Dat is niet zonder reden. Vetgemeste ganzen waren immers slachtrijp in november. Verder is er traditioneel ook een link tussen Sint-Maarten en ganzen. Volgens een legende zou Sint-Maarten zich in een ganzenhok verstopt hebben, uit angst (schroom) om bisschop van Tours te worden. Het gegaggel van de dieren verraadde hem echter, zodat hij zich alsnog verplicht zag om het ambt te aanvaarden. Het drinken van sint-maartenswijn is dan weer gerelateerd aan het proeven van de nieuwe wijnoogst vooraleer die in de kelders werd opgeslagen. Sint-Maarten is eveneens de patroonheilige van de wijnbouwers.

Sint-Maartensvuur

De sint-maartensviering luidde het begin van de winter in en dat werd gevierd met een lichtfeest. Over de herkomst van lichtfeesten bestaan veel theorieën. Het gebruik zou mogelijk voortkomen uit de kerkelijke eredienst. Tijdens de katholieke eredienst werd op een vast tijdstip een bepaalde tekst uit de bijbel gelezen, waarover dan vervolgens gepreekt werd. Vele eeuwen was het zo dat op 11 november volgende regel uit de Bijbel voorgelezen: 'Niemand steekt een lamp aan en zet die in de kelder of onder de korenmaat, maar op de standaard, opdat wie binnentreden het licht zien' (Lukas 11:33 e.v.). Het lichtfeest kwam in de praktijk neer op het branden van een sint-maartensvuur. Dat ging soms gepaard met een groots spontaan volksfeest. Op heel wat plaatsen werden deze feesten verboden of aan banden gelegd. Toch werd de traditie werd niet helemaal in de kiem gesmoord. Vandaag leeft de traditie voort in Limburg en een aantal Brabantse gemeenten.  

Bij een sint-maartensvuur verzamelt een wijk, een vereniging of zelfs een losse groep vrienden in de aanloop van 10 november een grote hoeveelheid hout en stro om een houtstapel op te bouwen.  ’s Avonds wordt er bij het vuur iets gedronken en gegeten. Het gezellig samenzijn primeert. Soms heerst er een gezonde competitie tussen de verschillende verenigingen/wijken om het grootste, hoogste of breedste vuur te maken. Tot voor kort was de traditie van de sint-maartensvuren op heel wat plaatsen tanende, maar de laatste jaren kent het gebruik weer een heropleving. Aan zo’n sint-maartensvuur gaat vaak een fakkeltocht of lampionnenstoet voor kinderen vooraf. Sommige sint-maartensvuren, zoals Hololool in Zonhoven, werden recent in een nieuw kleedje gestoken en zijn gegroeid tot vuurspektakels waar duizenden mensen op af komen.  

Het branden van een sint-maartensvuur kent heel wat bijgeloof. Vroeger geloofde de omstaanders dat het vuur de vruchtbaarheid van de veestapel en de velden ten goede kwam. Verder zou het gooien van brandende takken op het vuur bedplassen bij kinderen verhelpen.  

Kinderen met lampionnen

Kindervriend

In bepaalde delen van Vlaanderen staat Sint-Maarten uitsluitend bekend als kindervriend. Vaak vertonen die vieringen veel gelijkenissen met een sinterklaasviering. Zo zetten kinderen in Aalst bijvoorbeeld ook een schoentje voor Sint-Maarten klaar en komt hij in Ieper per boot aan. Verder gaan zowel Sinterklaas als Sint-Maarten als bisschop gekleed en worden ze allebei bijgestaan door helpers. Toch zijn er ook opmerkelijke verschillen. In gemeenten waar zowel Sinterklaas als Sint-Maarten gevierd worden, brengt Sint-Maarten enkel snoepgoed en Sinterklaas de ‘echte’ cadeautjes. Anders dan Sinterklaas maakt Sint-Maarten bijvoorbeeld ook pas ’s avonds zijn intrede. In onder meer Ieper, Ardooie en Koksijde wordt daarom een avondlijke kinderstoet georganiseerd, waarin verklede kinderen oplopen met lampionnen die gemaakt zijn van een uitgeholde biet of pompoen. In Beveren- Waas gaat Sint-Maarten niet als bisschop gekleed, maar als een Romeins soldaat. Na de stoet is het daar de traditie dat er ‘gegrield’ wordt. Honderden kinderen verzamelen dan op de markt om te grabbelen naar snoepgoed dat uit ramen en deuren wordt geworpen.  

Patroon van armen en bedelaars

Omdat Sint-Maarten de patroonheilige van de bedelaars en de armen was, is zijn naamdag in een aantal plaatsen in Vlaanderen de aanleiding om bedelliedjes te zingen. Hieronder staat de tekst van een van die liedjes: 

Sinte Mette van de ruggenuchte,
Ha me zane grazen baad
Juffrake wilde me kabaske is vulle
En leut ons ni lang ne mie staan
Want he hust a ei en valling
Geft em a pastilleke en ‘t zal overgaan
Sinte Mette oep de kruk
Geeft nen appel of a stuk
Geeft een peir, of een smeir
Sinte Mette den beideleir
Hij hè zenne mantel deurgesneeje
Oem an den erreme te geeve
E beloofde an z’n vraa datem koekebakke zou
Ivo, Ivo datem koekebakke zou

Bedelliedjes zingen

Vandaag trekken verklede kinderen van deur tot deur. In ruil voor een gezongen sint-maartensliedje krijgen ze snoepgoed of geld. 

Hoor wie klopt daar?

Wie er langskomt om cadeautjes te brengen, hangt af van de woonplaats van de kinderen. Sint-Maarten staat bekend als de enige officiële kindervriend in de streek rond Ieper (West-Vlaanderen) en Aalst (Oost-Vlaanderen). Zij vieren Sinterklaas niet. Niet toevallig hebben zoals Ieper als Aalst een grote Sint-Martinuskerk. Sommige gemeenten combineren beide geversheiligen, zoals bijvoorbeeld Mechelen en omstreken, het noorden en het midden van de provincie Limburg.  

 

Meer informatie en verantwoording

Afbeeldingen

De afbeeldingen genummerd op volgorde van boven- tot onderaan de pagina:

  1. (bannerafbeelding) Sint-Maarten in Duisburg-Mündelheim, 2007. ZebraDS, Public domain, via Wikimedia Commons
  2. Martinus van Tours. Gravure van Gerard Edelinck, 1652 - 1707. Rijksmuseum, CC0, via Wikimedia Commons
  3. Sint-maartensgans. Zyance, CC BY-SA 2.5 https://creativecommons.org/licenses/by-sa/2.5, via Wikimedia Commons
  4. Kinderen met lampionnen bij Sint-Maarten in Köln-Neuehrenfeld, 2015. Superbass, CC BY-SA 4.0 https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0, via Wikimedia Commons
  5. Bedelliedjes zingen bij Sint-Maarten in Köln-Neuehrenfeld, 2015. Superbass, CC BY-SA 4.0 https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0, via Wikimedia Commons

Artikelen en/of boeken

  • Berbent-Orlent, M., ‘Sint-Maartensvuren in Neerpelt (10-11 november 1993)’, Volkskunde 95 (1994), nr. 4, p. 227-232.
  • Dekker, A.J. en J.J. Voskuil, ‘De jaarvuren in Nederland omstreeks 1938’, Volkskunde 71 (1970), nr. 3, p. 204-210.
  • Indesteege, L., 'Sint-Maartensvuur', in: Limburgs Volkskundig Genootschap, Lapjesproef voor drie zussen, Concentra Media nv, Hasselt, 2004, p. 135-136.
  • Lauvrijs, B., Een jaar vol feesten. Oosprong, geschiedenis en gebruiken van de belangrijkste jaarfeesten, Standaard Uitgeverij, Antwerpen, 2004, p. 259-268.

Webpagina's