Vaderdag: Gesprek

Vaderdag op school

In gesprek met Annemie Vanhaute

In de rubriek 'over-dragers' spreekt Histories met en over dragers van rituelen, tradities of feesten. Dat zijn mensen die op allerlei manieren betrokken kunnen zijn bij zo'n ritueel, traditie of feest. We noemen hen dragers, omdat ze hun praktijk in leven houden door die zelf uit te voeren en door ze op anderen over te dragen.

Denk aan stagediven: Alleen als de hele menigte meewerkt, en de stagediver telkens een stukje verder draagt naar de volgende, zal de persoon niet vallen. En hoe meer mensen meedoen, hoe langer de duik kan duren.

Histories was benieuwd of de manier waarop we hier Vaderdag vieren in de loop van de voorbije decennia opmerkelijke veranderingen onderging en ging daarom polsen bij Annemie Vanhaute. Van 1973 tot 2011 stond zij in VBS Binnenhof in Menen in het eerste leerjaar voor de klas en al die jaren keek zij samen met haar leerlingen uit naar Vaderdag.

Annemie Vanhaute

Annemie: ‘Toen ik in het onderwijs stapte, was Vaderdag al net zo ingeburgerd als Moederdag. Het is dus zeker een thema dat ieder jaar opnieuw in de lessen aan bod kwam. Gewoonlijk gebeurde dat in de les wereldoriëntatie. Zo kon ik met mijn leerlingen bespreken waar het feest om gaat. In het begin dat ik lesgaf, werd dat nog op een heel stereotiepe manier opgevat. Het klassieke rollenpatroon drukte toen dus echt nog een stempel op hoe de viering ingevuld werd. Bij Moederdag werd bijgevolg vooral onderstreept dat mama’s gevierd worden omdat ze lief zijn en goed voor de kindjes zorgen. Op Vaderdag werden de papa’s dan weer in de bloemetjes gezet omdat ze zo sterk zijn en klusjes in huis opknappen. In de loop der jaren is dat natuurlijk helemaal veranderd. Het denkpatroon van vroeger is intussen doorbroken en ieder kind vindt het evident dat ook papa kookt of dat mama het gras maait.

Na de les wereldoriëntatie gingen we in de knutselles met het onderwerp aan de slag. Net zoals dat in de aanloop naar Moederdag gebeurt, is het gebruikelijk dat de leerlingen in de dagen die aan Vaderdag voorafgaan, een knutselwerkje maken. Op Vaderdag zelf doen ze dat dan aan hun papa cadeau. Wat we precies maakten, verschilde van jaar tot jaar. Veel kindjes hadden immers broertjes of zusjes op dezelfde school, die daarvoor of daarna ook bij mij in de klas terechtkwamen. Door telkens iets nieuws te maken vermeed ik dat papa’s twee keer hetzelfde cadeau kregen. Vaak probeerde ik ook de link te leggen met iets dat waar veel vaders op dat moment belangstelling voor hadden. Als er bijvoorbeeld een belangrijk voetbaltornooi zat aan te komen of er werden Olympische Spelen georganiseerd, dan probeerde ik met het knutselwerkje daar alvast een beetje op in te spelen.

Verder is het natuurlijk ook gebruikelijk dat de kindjes ieder jaar een kaart maken voor hun papa. In de taalles noteerden ze daar dan in hun mooiste handschrift een versje op. In de het eerste leerjaar is schrijven nog een hele opgave en het viel altijd op hoe hard ze dan hun best deden om geen enkele fout te maken (lacht). Het tekstje zelf oefenden we in de klas ook goed in, zodat iedere leerling het op Vaderdag foutloos kon voorlezen.

Eerlijkheidshalve moet ik erbij vertellen dat we in de klas in de praktijk doorgaans wat minder tijd aan Vaderdag konden besteden dan aan Moederdag. Dat heeft eigenlijk vooral met praktische zaken te maken. Moederdag wordt gevierd op de tweede zondag van mei, terwijl Vaderdag op de tweede zondag van juni valt. Traditioneel is dat een drukke periode in het lager onderwijs. In het eerste leerjaar hadden we dan nog maar net de eerste communieviering achter de rug, maar stonden de proefwerken er ook al weer aan te komen. Op mijn school was het bovendien ook zo dat we aan het eind van het schooljaar ons schoolfeest vieren en ook bij de voorbereiding werden de leerlingen betrokken. Dat alles zorgde ervoor dat er in het algemeen iets minder tijd beschikbaar was om bij Vaderdag stil te staan.

In die 40 jaar dat ik als leerkracht actief was, heb ik natuurlijk ook een aantal belangrijke maatschappelijke veranderingen zien voorbijkomen. Ook daardoor is de manier waarop Moeder- en Vaderdag gevierd wordt, een beetje anders geworden. Zo is de agenda van veel mama’s en papa’s gaandeweg een pak drukker geworden. Bij ons op school was het vroeger in de kleuterafdeling bijvoorbeeld de gewoonte dat de mama’s rond Moederdag uitgenodigd werden voor een koffietje en een stuk taart. Op Vaderdag kregen de papa’s een uitnodiging om iets te komen drinken. Steeds minder ouders konden echter tijd vrijmaken om daar op in te gaan, waardoor deze activiteiten uiteindelijk van het programma geschrapt werden. Verder wordt intussen ook veel meer rekening gehouden met het feit dat niet ieder kind in dezelfde gezinssituatie opgroeit. Een kind kan bijvoorbeeld heel gewoon een mama en papa hebben, maar het kan evengoed opgroeien in een éénoudergezin, twee ouders van hetzelfde geslacht hebben of naast een biologische partner ook een mee-papa of –mama hebben. Op de school waar ik werkte, wordt geprobeerd om daar op een open manier mee om te gaan. Alle kindjes maken voor Moeder- en Vaderdag één knutselwerkje en kaart en beslissen vervolgens zelf aan wie ze die precies cadeau willen doen. Zo kan binnen ieder gezin in alle vrijheid beslist worden. Of kinderen met een andere etnisch-culturele achtergrond Moederdag of Vaderdag anders vieren? In mijn ervaring speelde dat nooit echt een rol. Kinderen van de tweede of derde generatie zijn immers net zo vertrouwd met Moeder- en Vaderdag als iedereen.’


Dankjewel voor het gesprek!


Dit interview werd afgenomen in mei 2012 door LECA (Landelijk Expertisecentrum voor Cultuur van Alledag). De werking van LECA maakt sinds 1 januari 2019 onderdeel uit van Histories.